Samenvatting
- Beeldvormende technieken hebben het klinisch-wetenschappelijk onderzoek in de psychiatrie wezenlijk veranderd. Hiermee zijn morfologische en functionele afwijkingen bij psychiatrische ziekten aangetoond, onder meer bij patiënten met schizofrenie, manische-depressieve, obsessief-compulsieve, posttraumatische stress- en paniekstoornis.
- Veruit het meeste onderzoek is bij schizofrenie verricht. Er zijn afwijkende volumen van ventrikels, corticale grijze stof, basale kernen, thalamus en limbische structuren gerapporteerd. Er is veranderde activiteit in verschillende corticale en subcorticale hersengebieden gevonden, met name de frontaalkwab, tijdens cognitieve en farmacologische manipulatie. Het ziektebeloop, genetische en omgevingsfactoren lijken de hersenafwijkingen te beïnvloeden.
- De specificiteit van de bevindingen is vooralsnog beperkt. De klinische toepasbaarheid van de beeldvormende technieken is nog gering. Wel heeft het denken over psychiatrische ziekten zich reeds verplaatst van de vraag of er hersenafwijkingen zijn naar de vraag waar de hersenafwijkingen zich bevinden, waaruit ze bestaan en hoe ze zijn ontstaan.
Reacties