In het curriculum dat velen van de thans in de praktijk werkzame artsen als het hunne beschouwen was er een afgrensbaar gedeelte dat werd besteed aan basisvakken of, zoals deze toen meestal heetten, preklinische vakken. Wie thans de curricula van onze faculteiten Geneeskunde onderzoekt, en er is over een aantal daarvan al eerder in deze serie geschreven,1-3 vindt van de klassieke, vaak aan Boerhaave toegeschreven opbouw niet veel meer terug. Geleidelijk komen voor de basisvakken minder uren beschikbaar en zowel in de kringen van de beoefenaars van deze wetenschappen als daarbuiten maakt men zich zorgen om de betekenis van deze vakken voor de latere beroepsuitoefening, zij het vanuit geheel verschillende premissen.
In dit artikel gaan wij na hoe deze ontwikkeling is ontstaan, wat de betekenis van de basisvakken was en is, en hoe aan die vakken nu en mogelijk in de toekomst doelgericht vorm en inhoud kan worden gegeven…
Reacties