Het Medisch Tuchtcollege te Amsterdam heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 8 augustus 1986 binnengekomen klacht van: A, in zijn hoedanigheid van Geneeskundig Inspecteur van de Volksgezondheid, klager, tegen B, basisarts, verweerder.
Het college heeft kennis genomen van het klaagschrift met bijlagen, het namens verweerder door mr. C, advocaat, ingediende verweerschrift met bijlagen, waaronder de door verweerder bijgehouden status van na te noemen patiënte, en, tenslotte, van de status van deze patiënte van het X Ziekenhuis te IJ. De klacht is behandeld ter terechtzitting van het college van 3 februari 1987, waar aanwezig waren partijen, mr. D, advocaat, als raadsman van verweerder, alsmede de homeopathisch arts E als deskundige en de heer en mevrouw F als getuigen. Op grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting is verklaard kan – voor zover te dezen van belang – van het navolgende worden uitgegaan.
Verweerder, die in november 1984…
Reacties