Dames en Heren,
In Nederland leven naar schatting 10.000-15.000 mensen met een dwarslaesie. Door de verscheidenheid aan ontstaansmechanismen en de secundaire gevolgen van een dwarslaesie krijgen veel artsen met deze patiëntenpopulatie te maken. Naast de bekende motorische en sensibele stoornissen, kan schade aan het ruggenmerg ook leiden tot stoornissen van het autonome zenuwstelsel met autonome dysreflexie tot gevolg. Omdat de revalidatiearts geen poortfunctie voor spoedeisende zorg vervult, vinden wij het belangrijk dat ook andere zorgverleners deze potentieel levensbedreigende complicatie kunnen herkennen.
Patiënt A, een 26-jarige vrouw, heeft sinds 3 jaar een complete dwarslaesie ter hoogte van niveau C7 op basis van myelitis transversa bij systemische lupus erythematodes (SLE). Patiënte heeft een parese van de armen, paralyse van de benen en gestoorde sensibiliteit vanaf de hals. Zij functioneert rolstoelgebonden, heeft een verblijfskatheter in verband met neurogeen blaaslijden en is afhankelijk van darmspoelen. Patiënte was voor de tweede keer opgenomen in ons revalidatiecentrum met als belangrijkste doelen het maken van zelfstandige transfers (dat wil zeggen: zelfstandig vanuit bed in de rolstoel komen en vice versa) en zelfstandigheid in blaas- en darmlediging in voorbereiding op overgang naar een zelfstandige woonruimte.
Tijdens de therapie voelde patiënte zich plotseling niet lekker en bemerkte zij rode vlekken in haar hals. Patiënte herkende de klachten en alarmeerde de verpleegkundige met het bericht dat zij last had van autonome dysreflexie. Bij beoordeling zagen wij een alerte patiënte met een…
Reacties