Samenvatting
Doel
Onderzoek naar de implementatie en uitkomsten van de landelijke perinatale audit bij aterme sterfte.
Opzet
Landelijk cohortonderzoek.
Methode
Perinatale audits werden uitgevoerd bij alle 90 Nederlandse ziekenhuizen met een afdeling Verloskunde, samen met de omliggende verloskundigenpraktijken. Deze audits betroffen aterme perinatale sterfgevallen. In diverse registraties werden gegevens verzameld over auditparticipatie, sterfteclassificatie, tekortkomingen in de zorg ('substandaard-factoren') en hun relatie tot sterfte, aanbevelingen voor verbetering van de kwaliteit van zorg en de risicoschatting ante partum.
Resultaten
In de periode 2010-2012 waren er 1102 aterme perinatale sterfgevallen. Er waren 645 auditbijeenkomsten met gemiddeld 31 deelnemers per sessie. Van 943 aterme perinatale sterfgevallen (86%) werden gegevens geregistreerd en van 707 (64%) auditresultaten. Bij 53% van de casussen werd ten minste 1 tekortkoming in de zorg geïdentificeerd. Het niet opvolgen van richtlijnen (35%) en het afwijken van gebruikelijke professionele zorg (41%) kwamen het meest voor. Het percentage sterfgevallen waarin een relatie tussen tekortkomingen in de zorg en de sterfte waarschijnlijk was, nam af van 10% (n = 23) in 2010 tot 5% (n = 10) in 2012 (p = 0,060). De aterme perinatale sterfte daalde van 2,3 tot 2,0 per 1000 geboorten (p < 0,001). Mogelijkheden voor verbetering zijn gevonden in de organisatie van de zorg (35%), opvolging van richtlijnen of gebruikelijke zorg (19%) en in betere documentatie (15%).
Conclusie
Perinatale audit is in korte tijd geïmplementeerd. In de periode waarin dit onderzoek plaatsvond is de aterme sterfte in Nederland gedaald.
Reacties