Medio juni vond de paneldiscussie plaats over de zin van follow-up bij kinderen die zijn behandeld voor een rabdomyosarcoom. Het leek vooraf een duidelijk verhaal; op basis van nieuwe bevindingen werd de richtlijn herzien en het aantal belastende controlebezoeken gehalveerd. Maar er bleken, zoals zo vaak, meer factoren te spelen bij de herinrichting van de follow-up dan alleen het wetenschappelijke bewijs, of het gebrek daaraan.
Het duurt vaak lang voordat innovaties in de routinezorg zijn geïntegreerd. Andersom kan het ook lang duren voordat zorg waarbij patiënten geen of nauwelijks baat blijken te hebben, wordt losgelaten. In het kader van de Gezonde Zorg-campagne gaat het NTvG de komende tijd in gesprek met een panel van experts over potentiële verbetering van zorg door middel van de-implementatie, implementatie of substitutie van bestaande zorg. We doen dit steeds aan de hand van een praktijkcasus (D6044) en met in ons achterhoofd het raamwerk van Powers et al. (zie kader).
De huidige casus gaat over de gedeeltelijke de-implementatie van de follow-up bij kinderen met een wekedelentumor.
Nieuwe richtlijn: ‘polderen’
Kinderen met een rabdomyosarcoom krijgen na hun behandeltraject te maken met een periode van grote onzekerheid. Is de behandeling aangeslagen? Blijft de kanker weg? In retrospectief onderzoek werd geen bewijs gevonden voor de meerwaarde van routinematig verrichte beeldvorming tijdens…
Reacties