Samenvatting
Doel
Beschrijven van de klinische bevindingen en het vaststellen van het natuurlijke beloop bij patiënten met appendagitis epiploica.
Opzet
Retrospectief.
Methode
Onderzoek van de klinische gegevens uit de medische dossiers van alle patiënten met appendagitis epiploica, bij wie met echografie en CT de diagnose werd gesteld in het Medisch Centrum Haaglanden, locatie Westeinde, in de periode juni 1988-oktober 2001.
Resultaten
De studiegroep bestond uit 49 patiënten, 38 mannen en 11 vrouwen, met een mediane leeftijd van 41 jaar. De hoofdklacht was focale buikpijn met een mediane diagnostische vertraging bij de patiënt van 2 dagen, gelokaliseerd in het linker onderkwadrant (n = 34), rechter onderkwadrant (n = 8), rechter bovenkwadrant (n = 6), of linker bovenkwadrant (n = 1) van de buik. Behalve misselijkheid en braken bij 2 patiënten waren andere klachten afwezig. Leukocytose en verhoogde bezinkingssnelheid van de erytrocyten werden gevonden bij respectievelijk 21 en 26 van de patiënten, en tekenen van peritonitis bij 53. Bij 2 patiënten werd de juiste diagnose op klinische gronden overwogen. Bij alle patiënten was er een ongecompliceerd spontaan herstel onder conservatieve behandeling; het merendeel was klachtenvrij binnen 9 dagen.
Conclusie
Door toegenomen gebruik van beeldvormende diagnostiek bij patiënten met acute buikklachten wordt appendagitis epiploica aanzienlijk vaker gediagnosticeerd dan voorheen. Klinisch wordt de aandoening meestal niet onderkend door de afwezigheid van onderscheidende symptomen. De ziekte heeft een goedaardig natuurlijk beloop, en een juiste diagnose met echografie en CT voorkomt een onnodige operatie en behandeling.
Reacties