Samenvatting
- De incidentie van het anuscarcinoom en voorstadia hiervan bij mannen die seks hebben met mannen (MSM) neemt sinds de HIV-epidemie toe. Waarschijnlijk stijgt de incidentie de komende jaren verder, aangezien HIV-positieve MSM dankzij de krachtige antiretrovirale therapie langer leven.
- Een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van anale (pre)maligniteiten is persisterende infectie met het humaan papillomavirus (HPV).
- Over het natuurlijk beloop van anale intra-epitheliale neoplasie (AIN) is weinig bekend.
- Screening van HIV-positieve en HIV-negatieve MSM op anuscarcinoom of voorstadia daarvan is bij een voldoende hoge incidentie kosteneffectief.
- De behandelmogelijkheden lopen uiteen van een expectatief beleid bij AIN graad I zonder symptomen tot excisie of radio(chemo)therapie bij anuscarcinoom. HPV-vaccins zijn in ontwikkeling.
- Vooral bij HIV-positieve MSM met anorectale klachten en condylomata acuminata in de voorgeschiedenis moet men bedacht zijn op anusmaligniteiten.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1989-93
Reacties