Samenvatting
- Patiënten die een acuut hartinfarct hebben overleefd en die de huidige optimale therapie (antithrombotica, statinen, β-blokkers) gebruiken, hebben 10-20 kans op sterfte, (re)infarct en beroerte binnen 1 jaar.
- Een mogelijke verklaring hiervoor is de toegenomen activiteit en aanmaak van trombine gedurende tenminste 6 maanden vanaf de cardiovasculaire gebeurtenis die voorafging aan de preventieve therapie.
- Acetylsalicylzuur en clopidogrel hebben geen invloed op de activatie door trombine van de bloedplaatjesaggregatie en de stollingscascade. Het additionele gebruik van cumarinederivaten zou de kans op een recidieftrombose kunnen verminderen en zo de prognose verbeteren.
- Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw zijn verscheidene gerandomiseerde studies uitgevoerd naar de klinische waarde van cumarinederivaten, al of niet in combinatie met acetylsalicylzuur, bij patiënten die een hartinfarct hadden gehad. De conclusies waren niet eenduidig.
- Indien de ‘international normalized ratio’ (INR) langdurig > 2 bleef, middels frequente controles en adequate dosisaanpassing, was de kans op sterfte, recidiefmyocardinfarct of beroerte 30-50 lager dan bij gebruik van alleen acetylsalicylzuur. Het bloedingsrisico was 2-4 maal verhoogd, maar er waren geen levensbedreigende bloedingen.
- Mede met het oog op recente ontwikkelingen op het gebied van antistollingsmedicatie, waarbij controle via de trombosedienst overbodig lijkt te gaan worden, is het van belang patiënten te selecteren die het meeste baat hebben bij een gecombineerd antitrombotisch beleid.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:65-71
Reacties