Antithrombotica zijn onder te verdelen in twee hoofdgroepen: middelen die de vorming en groei van trombi tegengaan en middelen die de eenmaal gevormde trombi doen oplossen. Tot de eerste groep behoren heparine, orale anticoagulantia (cumarinederivaten), trombocytenaggregatieremmers (met name acetylsalicylzuur) en dextran; de tweede groep wordt gevormd door de thrombolytica. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de in Nederland ter beschikking staande middelen.
Heparine
Heparine is natrium- of calciumzout van polyzwavelzure esters van mucoïtine. Het wordt uit varkensdarm of koeielong bereid. Het molecuulgewicht varieert van 3500 tot 35.000 dalton. Het antistollingseffect berust op versnelling van de inactivering door antitrombine…
Artikelinformatie
Aanvaard op
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:2396-400
Vakgebied
Reacties