Asymptomatische bacteriurie (ASB) komt veel voor en behoeft bijna nooit behandeling met antibiotica. Uit een recent retrospectief cohortonderzoek in 46 Amerikaanse ziekenhuizen bleek echter dat meer dan 80% van de patiënten met ASB behandeld werd met antibiotica.1 Deze behandeling had geen klinische voordelen, maar was wel gerelateerd aan een langere opnameduur. Het is dus niet de vraag of we patiënten met ASB moeten behandelen met antibiotica, maar hoe we ervoor kunnen zorgen dat antibiotica niet meer voorgeschreven worden aan deze patiënten.
ASB is de aanwezigheid van een of meerdere soorten bacteriën (≥ 105 ‘colony-forming unitis’/ml) in de urine van een patiënt die geen symptomen van een urineweginfectie heeft. De aanwezigheid van leukocyturie speelt in die definitie geen rol, maar in de praktijk wordt bacteriurie vaak aangetoond op basis van alleen een positieve uitslag van een ‘dipstick’-test. ASB heeft een hoge prevalentie, met name onder oudere vrouwen.
Er is echter zelden een indicatie voor behandeling met antibiotica. Ook bij asymptomatische patiënten met een blaaskatheter, die vrijwel altijd bacteriën in de urine hebben, is antimicrobiële therapie niet geïndiceerd. Behandeling van ASB is alleen nodig bij risicogroepen, zoals zwangeren en patiënten die een invasieve urologische ingreep ondergaan. Het achterwege laten van antibiotica bij patiënten met ASB wordt dan ook onderschreven in alle relevante nationale en internationale richtlijnen.2-4 Toch blijkt dit in de praktijk lastig.
Factoren die gerelateerd zijn aan overbehandeling
De Amerikaanse onderzoekers…
Reacties