Opvallend veel mensen met COPD hebben last van angstklachten. Maar hun behandelaars weten dat vaak niet. Dat is jammer, want patiënten kunnen veel aan cognitieve gedragstherapie hebben.
Samenvatting
Een aanzienlijk deel van de COPD-patiënten heeft angst. De aanwezigheid van een angst- of stressstoornis is ongunstig voor de kwaliteit van leven. Cognitieve gedragstherapie (CGT) kan angst- of stressstoornissen behandelen. CGT is een verzamelbegrip voor verschillende interventies, waarvan sommige specifiek bij COPD zijn onderzocht. Deze interventies kunnen gerichter worden ingezet. Denk aan: educatie over de verschillen en overeenkomsten tussen angstreacties en COPD; uitleg over de vicieuze cirkel waarin angst de ademhaling beïnvloedt; ademhalings-, houdings- en ontspanningstechnieken; het herkennen en ombuigen van catastrofale gedachten; doelen stellen en plezierige activiteiten plannen (gedragsactivatie); het vertragen van het tempo waarin activiteiten worden uitgevoerd (pacing).
Reacties