Lange tijd bestond de enige medicamenteuze behandeling van decompensatio cordis uit de combinatie van digitalis en diuretica. Hoewel in het begin van de behandeling vaak een vermindering van de klachten werd gezien, kon bij chronische behandeling nimmer een gunstig effect ten aanzien van de prognose worden aangetoond. Aan het einde van de jaren zeventig werd gewezen op de hemodynamisch gunstige effecten van oraal toegediende veneuze en arteriële vaatverwijders.1 Verlaging van de voor- en (of) nabelasting van de falende linker hartkamer gaf een toename van het slagvolume en een vermindering van de symptomen. Deze vorm van behandeling werd meestal toegevoegd als digitalis en diuretica onvoldoende resultaat hadden. Hoewel van diverse soorten vaatverwijders de invloed op de prognose werd onderzocht, kon ook na samenvoegen van de resultaten van verschillende met placebo gecontroleerde onderzoeken geen afneming van de sterfte bij decompensatio cordis worden aangetoond.2 In 1986 vonden de onderzoekers van de…
'Angiotensin converting enzyme' (ACE)-remmers bij decompensatio cordis; van gerandomiseerd onderzoek naar de individuele patiënt
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:1796-8
Aanvaard op
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:1796-8
Vakgebied
Reacties