Samenvatting
Doel
Onderzoeken of bij vrouwen met anamnestisch vermoedelijke angina pectoris vaker normale coronaire arteriën op het angiogram gezien worden dan bij mannen met vermoedelijke angina pectoris en vergelijken van de prognose van deze patiënten voor cardiovasculaire gebeurtenissen met die van de algemene bevolking.
Opzet
Literatuuronderzoek.
Methode
Artikelen werden gezocht in Medline over de periode 1966-mei 1998 aan de hand van zoektermen en in De geïnformeerde huisarts over 1992-november 1998. Daarna werden de artikelen op relevantie beoordeeld op basis van de titel en het abstract. Gegevens over de prognose van de gemiddelde bevolking werden betrokken uit een project van de Wereldgezondheidsorganisatie.
Resultaten
Er werden 3 artikelen geselecteerd over sekseverschillen in de aanwezigheid van angiografisch normale coronaire arteriën bij patiënten met vermoedelijke angina pectoris. In 2 ervan kwamen normale coronaire arteriën vaker voor bij vrouwen (40-41) dan bij mannen (8-12). In 1 artikel werd bij vrouwen minder ernstig en uitgebreid coronarialijden gevonden dan bij mannen. Er werden 8 artikelen geselecteerd over de prognose van patiënten met vermoedelijke angina pectoris en angiografisch normale coronairarteriën. Per 1000 patiëntjaren varieerden het aantal overleden patiënten tussen 0 en 6,59 (gewogen gemiddelde: 4,05), het aantal overleden patiënten ten gevolge van coronarialijden tussen 0 en 0,92 (0,47) en het aantal patiënten met niet-fatale myocardinfarcten tussen 0 en 1,83 (0,94). Deze cijfers kwamen overeen met die uit een gemiddelde bevolking.
Conclusie
Vrouwen met anamnestisch vermoedelijke angina pectoris hebben vaker normale coronaire arteriën dan mannen met vermoedelijke angina pectoris. De prognose van patiënten met vermoedelijke angina pectoris en normale coronaire arteriën in termen van sterfte en het aantal niet-fatale myocardinfarcten komt overeen met die van de gemiddelde bevolking.
Reacties