Zie ook het artikel op bl. 1679.
In 1959 werd amfotericine B geïntroduceerd als eerste werkzame systemische middel tegen invasieve mycosen. Het werd geregistreerd op basis van niet-vergelijkend onderzoek en klinische observaties; vergelijkende studies werden niet nodig geacht. Sindsdien is amfotericine B decennialang het middel van eerste keus geweest bij invasieve schimmelinfecties. Dat amfotericine B door velen wordt beschouwd als gouden standaard van de antifungale therapie heeft het middel niet te danken aan zijn effectiviteit, die hooguit matig is, maar vooral aan het tot voor kort ontbreken van alternatieve middelen. Therapie met amfotericine B faalt namelijk regelmatig bij patiënten met ernstige invasieve mycosen: in geval van gedissemineerde candidiasis bij 25-30,1 2 in geval van invasieve aspergillose zelfs bij ongeveer 90.3 Ook de toxiciteit van amfotericine B is aanzienlijk: infusiegerelateerde toxiciteit, in de vorm van koorts en koude rillingen, en nefrotoxiciteit beperken doorgaans de duur en dosering van de…
Reacties