Alopecia areata, klinische en immunologische aspecten

Klinische praktijk
Th. van Joost
J.D.R. Peereboom-Wynia
E. Stolz
M.E.F. Prins
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:519-23

Ziektebeeld en morfologie

Alopecia areata (AA) is de meest voorkomende haarziekte. De aandoening leidt tot acuut haarverlies en wordt klinisch gekenmerkt door min of meer plotseling optreden van één of meer gelokaliseerde, circumscripte haarloze gebieden (AA localis, figuur 1).1-4 Behalve vooral op het behaarde deel der hoofdhuid, kan AA op alle lichaamsdelen met haargroei voorkomen. Het beloop van AA is grillig. In 50 der gevallen (milde vormen) treedt binnen één jaar herstel van de haargroei op, ook zonder therapie. In 20-30 herstelt de primaire plek zich wel, maar kunnen op andere behaarde gebieden weer één of meer haarden ontstaan. In 5-10 is het haarverlies zodanig, dat dit tot een volledige kaalheid van het normaal behaarde deel der hoofdhuid leidt (AA totalis).4 In zeer zeldzame gevallen ontstaat verlies van de gehele lichaamsbeharing (AA universalis).4

Binnen de gebieden van alopecia zijn de haarfollikels behouden en treedt geen atrofie…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, Dr.Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam.

Afd. Dermato-Venereologie: prof.dr.Th.van Joost, dr.J.D.R.Peereboom-Wynia en prof.dr.E.Stolz, dermato-venereologen.

Afd. Klinische Pathologie (I): M.E.F.Prins, patholoog-anatoom.

Contact prof.dr.Th.van Joost

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties