Samenvatting
- Allergische rinitis en astma hebben gemeenschappelijke klinische, pathofysiologische en immunologische kenmerken en komen vaak gelijktijdig voor.
- Uit recente studies is gebleken dat beide luchtwegcompartimenten met elkaar kunnen communiceren, mogelijk via systemische signalen.
- Op grond daarvan ontstond het concept ‘allergische luchtwegaandoening’, waaruit het idee van een systemische therapie voortvloeide.
- Verschillende nieuwe systemische therapieën worden – deels nog in een experimentele setting – geëvalueerd, waaronder behandelingen met anti-IgE-middelen en fosfodiësterase-4-remmers.
- Vooralsnog zijn alleen leukotrieenreceptorantagonisten en immunotherapie geregistreerde, systemisch werkende, rationele opties voor het behandelen van het allergisch syndroom, meestal in combinatie met de standaardfarmacotherapie.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:77-82
Reacties