AIDS, ook een gynaecologische diagnose

Klinische praktijk
F.J.M. Huikeshoven
M.J.J. Olofsen-van Acht
M.E. van der Ende
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:982-5
Abstract

Samenvatting

Bij twee vrouwen (30 en 39 jaar), die allebei heroïne hadden gebruikt en geïnfecteerd waren met het humane immunodeficiëntievirus (HIV), werden respectievelijk cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN) en infiltrerend plaveiselcelcarcinoom van de cervix vastgesteld. De behandeling bestond uit respectievelijk conisatie en radiotherapie. Met de toevoeging van invasief cervixcarcinoom aan de lijst van indicatorziekten voor AIDS en cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN II en CIN III) aan de lijst van ‘symptomatische met HIV samenhangende aandoeningen’ wordt benadrukt dat meer gynaecologische aandacht gewenst is voor HIV-seropositieve vrouwen. Duidelijke beleidslijnen voor de onderscheiden patiëntengroepen zullen nog geformuleerd moeten worden.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, Dr. Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam.

Afd. Verloskunde en Gynaecologie: dr.F.J.M.Huikeshoven, gynaecoloog.

Afd. Radiotherapie: mw.M.J.J.Olofsen-van Acht, radiotherapeut.

Afd. Interne Geneeskunde II: mw.M.E.van der Ende, internist.

Contact dr.F.J.M.Huikeshoven

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties