Samenvatting
– Op grond van hun werkingsmechanisme kunnen de op dit moment beschikbare anti-HIV-middelen in twee hoofdgroepen worden onderverdeeld, namelijk ‘reverse transcriptase’ (RT)-remmers en proteaseremmers; de eerste kunnen weer onderverdeeld worden in nucleosideremmers en non-nucleosideremmers van reverse-transcriptase.
– Combinatietherapie is vanwege resistentieproblemen te verkiezen boven monotherapie. De ‘ideale’ combinatie bestaat uit 2 RT-remmers plus 1 proteaseremmer. Bij de RT-remmers is zidovudine aanbevolen omdat het AIDS-dementie remt. Andere RT-remmers zijn didanosine, zalcitabine, stavudine en lamivudine. Wat betreft de proteaseremmer is op grond van resistentieontwikkeling het advies om ofwel ritonavir of indinavir voor te schrijven ofwel saquinavir.
– Het antiretrovirale beleid moet gewijzigd worden op het moment dat er tekenen zijn van toxiciteit of falen van de therapie door resistentie of therapieontrouw.
Reacties