artikel
Ziekten bestaan dankzij afspraken. Of het nu om hypertensie, obesitas of nierfunctiestoornissen gaat, ergens is een afkappunt gekozen om ziek van niet-ziek te onderscheiden. Maar hoe stel je nu de start van een fysiologisch proces vast als dat consequenties heeft voor de afspraken over de geleverde zorg? De meeste van onze lezers hoeven zich niet dagelijks druk te maken over het begin van de partus van mevrouw Van Dam. Toch is het begin van de baring voor iedereen een interessant probleem: na het begin mogen – ook weer volgens afspraak – de volgende stadia van de baring een afgepast aantal uren duren. Als ergens in dat proces iets niet goed gaat, zijn de consequenties groot. Die gevolgen komt iedereen tegen, of je nu zelf zwanger, partner, aanstaande grootouder of hulpverlener bent. Een duidelijke dichotome afspraak kan helpen in de communicatie tussen gynaecoloog, verloskundige en de weinige nog verloskundig actieve huisartsen. Reden genoeg dus om die discussie te starten (A2273, bl. 779). Een van de grootste problemen in onze rammelende verloskundige zorg is immers de onduidelijke communicatie tussen beroepsgroepen bij verwijzingen tijdens de bevalling.
Met de verbazing van een buitenstaander kijk ik naar het gekrakeel tussen gynaecologen en verloskundigen. Eind maart bracht de NVOG haar visie op een integrale verloskundige zorg in Nederland uit. Ik vind het een mooi genuanceerd pleidooi voor een integrale organisatie van verloskundige zorg: gynaecologen en verloskundigen zouden in regionale organisaties zonder indeling in echelons moeten samenwerken. Het aantal overdrachtsmomenten neemt af, de financiering wordt integraal geregeld en zorg voor zwangeren en hun kinderen kan optimaal op regionale omstandigheden worden afgestemd. Nergens lees ik dat de gynaecologen hun primaat vooropstellen, verloskundigen alleen als hulpje zien, de zwangerschap willen medicaliseren, thuisbevallingen onmogelijk willen maken of keuzevrijheid altijd willen beperken. Toch reageerden de verloskundigen als door een wesp gestoken: interessant, maar laat de gynaecologen en ziekenhuizen eerst maar eens orde op zaken stellen in eigen huis, was de strekking van de eerste reactie van de KNOV. Het is volgens de verloskundigen maar de vraag of een andere organisatie de problemen oplost.
We praten al sinds 1978 toen Hoogendoorn voor het eerst in het Tijdschrift publiceerde over mogelijke vermijdbare perinatale sterfte en over verbetering van de verloskundige zorg. Nu komt er een afgewogen voorstel en is het weer niet goed. Laten verloskundigen en gynaecologen nu eens ophouden met ruzie maken en fluks beginnen met het opzetten van een simpele organisatie voor de zorg voor mijn zwangere patiënten. Zo moeilijk lijkt me het maken van afspraken nu ook weer niet.
Joost Zaat
Reacties