Samenvatting
Rond 1960 zag de Nederlandse paragnost Gerard Croiset (1909-1980) ‘mensen met – onverklaarbaar geachte – klachten als verlammingen of een neurologische aandoening’. In het archief van Stichting Het Johan Borgman Fonds zocht ik naar de effecten van de adviezen en de behandeling van Croiset bij patiënten met deze klachten, die mogelijk de diagnose ‘conversiestoornis’ hadden. Tegen mijn verwachting in behandelde Croiset geen patiënten met een conversiestoornis. Zijn adviezen en behandeling hadden succes bij patiënten met poliomyelitis, epilepsie, lumbale hernia en infantiele encefalopathie. 4 patiënten waren door de initiële behandelaar onvoldoende gestimuleerd hun resterende spierkracht te verbeteren met oefeningen, bij 2 patiënten was de behandelaar niet goed ingegaan op hun angst en bij 1 patiënt had de behandelaar star vastgehouden aan de ingestelde therapie. Als alternatieve genezers succes hebben, is dat blijkbaar niet alleen bij patiënten met onbegrepen klachten en is dat niet altijd het gevolg van een placebo-effect.
Reacties