Na een in opzet curatieve resectie van een kwaadaardig gezwel wordt de verdere levensduur van de patiënt bepaald door eventueel ten tijde van de operatie reeds aanwezige occulte uitzaaiingen op afstand. De kans op aanwezigheid van deze micrometastasen is vergroot wanneer in het operatiepreparaat extra ongunstige kenmerken van de tumor en (of) regionale lymfkliermetastasen worden vastgesteld. Verspreiding van tumorcellen door manipulatie tijdens de operatie kan tot deze metastasering bijdragen. In geval van ongunstige kenmerken van de tumor en bij regionale lymfkliermetastasen bestaat behoefte aan aanvullende (adjuvante) behandeling. Met radiotherapie (nabestraling) kan loco-regionaal tumorrecidief worden voorkomen, terwijl met adjuvante chemotherapie wordt beoogd micrometastasen op afstand te elimineren. Het blijkt echter dat adjuvante chemotherapie over het algemeen niet resulteert in een sterke verbetering van het genezingspercentage van de patiënten. Een andere strategie kan worden overwogen, waarbij men de cellulaire immuuncapaciteit van de patiënt bij de beschouwing moet betrekken.
De cellulaire immuuncapaciteit is…
Reacties