Samenvatting
Doel
De overeenstemming bepalen tussen de diagnose ‘“acute respiratory distress’'-syndroom’ (ARDS) zoals die werd gesteld door specialisten op afdelingen voor intensive care (IC) en zoals die werd gesteld op basis van internationaal gangbare objectieve criteria.
Opzet
Beschrijvend en inventariserend onderzoek.
Methode
Alle 119 ziekenhuizen met een IC-afdeling in Nederland werden benaderd om mee te werken aan het onderzoek; 34 namen eraan deel (29). Op 3 achtereenvolgende dagen vulden de IC-specialisten een vragenlijst in over de respiratoire toestand en de aanvullende behandeling van alle patiënten op hun IC-afdeling. Ook kon worden aangegeven of, in geval van invasieve beademing, ARDS of een andere aandoening de oorzaak was van de respiratoire insufficiëntie. Daarnaast werden objectieve gegevens gevraagd aan de hand waarvan de onderzoekers konden vaststellen of sprake was van ARDS volgens de criteria van de North American-European Consensus Conference (NAECC) en volgens die van de – minder algemeen geaccepteerde – ‘Lung injury score’ (LIS ≥ 2,5).
Resultaten
Van de 266 patiënten over wie een formulier werd ontvangen werden 151 patiënten invasief beademd. Van dezen hadden volgens de IC-specialisten 36 ARDS, en volgens de NAECC- en LIS-criteria respectievelijk 24 en 20 (p < 0,05 versus IC-specialisten). De overeenstemming (κ) voor de diagnose ‘ARDS’ tussen de IC-specialisten en respectievelijk de NAECC-uitslag en de LIS-uitslag bedroeg 0,34 (p < 0,001) en 0,44 (p < 0,001). De overeenstemming tussen de NAECC- en de LIS-diagnose ‘ARDS’ was 0,42 (p < 0,001). Bij 20 patiënten stelden de IC-specialisten een juiste diagnose ten opzichte van de NAECC-/LIS-uitslag, bij 16 een fout-positieve en bij 13 een fout-negatieve.
Conclusie
De diagnose ‘ARDS’ werd in dit onderzoek vaker gesteld dan gebeurd zou zijn op basis van de NAECC-criteria.
Reacties