Is aanvullende niet-invasieve diagnostiek zinvol?

Acute pijn op de borst zonder afwijkend troponine*

Onderzoek
Dubbelpublicatie
Martijn W. Smulders
Sebastiaan C.A.M. Bekkers
Yvonne J.M. van Cauteren
Anna Liefhebber
Jasper R. Vermeer
Juliette Vervuurt
Marja P. van Dieijen-Visser
Alma M.A. Mingels
Hans-Peter Brunner-La Rocca
Pieter C. Dagnelie
Joachim E. Wildberger
Harry J.G.M. Crijns
Bas L.J.H. Kietselaer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2018;162:D3568
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoeken of klinische patiëntkenmerken kunnen bijdragen aan de risicostratificatie en sturing kunnen geven aan het wel of niet uitvoeren van aanvullende diagnostiek bij patiënten met acute pijn op de borst en een niet-afwijkende concentratie cardiaal troponine T (cTnT).

Opzet

Observationele studie.

Methode

Wij includeerden 918 patiënten met acute pijn op de borst en een niet-afwijkende concentratie cardiaal troponine T op de Eerste Harthulp van het Maastricht UMC+. Gedurende de follow-upperiode van 1 jaar registreerden wij ‘major adverse cardiac events’ (MACE’s) en de uitslagen van aanvullende niet-invasieve diagnostiek. Op basis van klinische patiëntkenmerken werden patiënten geclassificeerd als patiënten met een hoog of een laag risico op een MACE.

Resultaten

Bij 59 (6,4%) van de 918 patiënten trad binnen 1 jaar een MACE op; meestal betrof het event een ongeplande coronaire revascularisatie-ingreep. Het merendeel (86%) van de patiënten had geen positieve uitslag van een recente stresstest en geen zeer suspecte anamnestische gegevens voor een cardiale oorzaak; zij werden geclassificeerd als laagrisicopatiënten (1-jaarsrisico op een MACE: 2,3%). Desondanks werd 83% van alle aanvullende diagnostiek verricht bij laagrisicopatiënten; slechts bij 8% van hen werd een ernstige obstructieve coronaire stenose of myocardiale ischemie gevonden. De positief voorspellende waarde van niet-invasieve diagnostiek voor een MACE was 17% voor laagrisicopatiënten en 70% voor hoogrisicopatiënten (p < 0,001).

Conclusie

Klinische patiëntkenmerken kunnen gebruikt worden om laag- en hoogrisicopatiënten met acute pijn op de borst en een niet-afwijkende cTnT-waarde van elkaar te onderscheiden. Veruit de meeste aanvullende diagnostiek wordt verricht bij laagrisicopatiënten, met een beperkte meerwaarde.

Auteursinformatie

Contact Maastricht UMC+. Afd. Cardiologie: drs. M.W. Smulders, aios cardiologie; dr. S.C.A.M. Bekkers, prof.dr. H.P. Brunner-La Rocca, prof.dr. H.J.G.M. Crijns, en dr. B.L.J.H. Kietselaer (b.kietselaer@zuyderland.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: er zijn mogelijke belangen gemeld bij dit artikel. ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Martijn W. Smulders ICMJE-formulier
Sebastiaan C.A.M. Bekkers ICMJE-formulier
Yvonne J.M. van Cauteren ICMJE-formulier
Anna Liefhebber ICMJE-formulier
Jasper R. Vermeer ICMJE-formulier
Juliette Vervuurt ICMJE-formulier
Marja P. van Dieijen-Visser ICMJE-formulier
Alma M.A. Mingels ICMJE-formulier
Hans-Peter Brunner-La Rocca ICMJE-formulier
Pieter C. Dagnelie ICMJE-formulier
Joachim E. Wildberger ICMJE-formulier
Harry J.G.M. Crijns ICMJE-formulier
Bas L.J.H. Kietselaer ICMJE-formulier
Acute pijn op de borst en niet-afwijkend troponine
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties