Samenvatting
Doel
Het bepalen van het percentage infecties met het hepatitis E-virus (HEV) bij patiënten met een negatieve serologische uitslag voor hepatitis A, B en C, en achterhalen wat de nadelige gevolgen zijn van het missen van de diagnose ‘acute hepatitis E’.
Opzet
Retrospectief onderzoek.
Methode
Serummonsters, afkomstig van patiënten die werden geëvalueerd in het kader van een infectieuze hepatitis, werden geselecteerd op een serologisch negatieve uitslag voor het hepatitis A-, B- en C-virus. De serummonsters met een verhoogde ALAT-waarde (> 34 U/l) werden geïncludeerd in dit onderzoek. Zij werden vervolgens serologisch getest op het HEV middels ‘enzyme-linked immunosorbent assay’(ELISA)-techniek en immunoblotanalyse. Van de patiënten met serologisch bewijs voor een acute HEV-infectie werden retrospectief de diagnosen bij ontslag achterhaald.
Resultaten
In de periode oktober 2007-september 2008 voldeden 139 serummonsters aan de inclusiecriteria. Bij 23 serummonsters werd een positieve ELISA (positieve uitslag in het serum voor IgM en/of Ig-totaal tegen HEV) aangetoond; bij 16/23 serummonsters werd ook een positieve IgM-immunoblot gevonden. Het percentage bewezen HEV-infecties was 11,5% (16/139). Bij slechts 1 patiënt werd de diagnose ‘hepatitis E’ daadwerkelijk gesteld. Meerdere patiënten ondergingen invasieve diagnostiek en behandeling als gevolg van een onjuist gestelde diagnose.
Conclusie
Serologisch onderzoek naar hepatitis E dient standaard te worden opgenomen in de diagnostiek van infectieuze hepatitis in Nederland.
Reacties