Samenvatting
- Het aantal sterfgevallen lag in 2004 beduidend lager dan in voorgaande jaren. Dit is grotendeels veroorzaakt door een daling van het aantal gevallen van overlijden door een hart- of vaatziekte.
- In de afgelopen decennia is de kans om door een hart- of vaatziekte te overlijden vrijwel lineair gedaald. Deze reductie, die het sterkst was voor ischemische hartziekten, gold voor mannen en vrouwen in alle leeftijdsklassen. De sterkste verbetering trad op bij mannen van 30-59 jaar.
- Het aandeel van nieuwvormingen in de sterfte blijft stijgen. Toch daalt, vooral sinds de jaren negentig van de vorige eeuw, het overlijdensrisico voor sommige vormen van kanker (longkanker bij mannen, dikkedarmkanker bij vrouwen, kanker van maag, galblaas, prostaat, borst, baarmoeder en eierstokken).
- Het risico om door borstkanker te overlijden daalt vooral sinds het eind van de jaren negentig sterk. Als de huidige trends doorzetten, zal onder vrouwen de sterfte door longkanker vanaf 2007 groter zijn dan de sterfte door borstkanker.
- De lagere sterfte in 2004 kan worden toegeschreven aan de relatief gelijkmatige weersomstandigheden en het uitblijven van een griepgolf. Ten gevolge van de griep was in het eerste kwartaal van 2005 de sterfte onder 80-plussers daarentegen sterk verhoogd.
- Ook een verdere aanzienlijke reductie van de sterfterisico’s zal in de toekomst een forse toename van het jaarlijkse aantal sterfgevallen niet kunnen voorkomen; deze toename zal naar schatting halverwege deze eeuw tot stilstand komen.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:2554-60
Reacties