150 jaar levensverwachting van Nederlandse parlementariërs; 1848-1989

– To determinate whether the stressful lifestyle of members of parliament (MP) might lead to excess mortality, as suggested in British Medical Journal in 1989, we investigated the mortality and life expectancy of 1589 members of the Dutch parliament over the period 1848-1989. Total mortality (all causes) for members of parliament who had been in function for at least one year (n = 1472) was compared to that of the general population of the Netherlands, adjusted for age, sex and calendar period. We calculated a standardized mortality ratio (SMR) from beginning of exposure as well as from ten years after entry in order to correct for a healthy cohort effect.

The total number of deaths was 986 (863 with follow-up after 10 years after entry) and did not exceed the expected number of deaths based on population mortality rates.

We conclude that MPs have no higher death risk than those who elected them, although one might have expected a lower death risk because of their social background.

Samenvatting

De sterfte van parlementariërs die in de periode 1848-1989 zitting hadden in de Tweede Kamer werd vergeleken met die van de Nederlandse bevolking, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, en kalenderperiode. Er werd over de gehele periode een verhoogde noch een verlaagde sterfte gevonden ten opzichte van de algemene bevolking; wel was er enige fluctuatie over de verschillende kalenderperioden. Tweede-Kamerleden bleken niet de verlaagde sterfte te hebben die werd verwacht op grond van hun sociaal-economische klasse.