Samenvatting
Doel
Het samenvatten van de longitudinale studies naar de relatie tussen zitgedrag tijdens de jeugd en biomedische gezondheidsindicatoren, voor algeheel zitgedrag en uitgesplitst naar type zitgedrag.
Opzet
Systematische review en meta-analyse.
Methode
PubMed, EMBASE, PsycINFO en Cochrane Library werden systematisch doorzocht tot januari 2015. De methodologische kwaliteit van de geïncludeerde studies werd beoordeeld en hierop werd een ‘best evidence synthesis’ toegepast. We includeerden 109 studies, waarvan 19 van hoge kwaliteit. We analyseerden het verband tussen enerzijds zitgedrag (tv-kijken, computergebruik en gametijd, totale beeldschermtijd en objectief gemeten totale zittijd) en anderzijds gezondheidsindicatoren. Voor elk verband beoordeelden wij de sterkte van het bewijs.
Resultaten
Er was matig tot sterk bewijs voor een prospectieve relatie tussen algeheel zitgedrag en een aantal antropometrische indicatoren (overgewicht en obesitas, gewicht-naar-lengte), HDL-cholesterolwaarde en aerobe fitheid. Voor een relatie met andere gezondheidsindicatoren was geen overtuigend bewijs; dit was te wijten aan inconsistente of niet-significante bevindingen. Het bewijs varieerde per type zitgedrag. Er was bijvoorbeeld sterk bewijs voor een relatie van tv-kijken met overgewicht en obesitas, matig bewijs voor zo’n relatie met beeldschermgebruik, maar geen bewijs voor een verband tussen overgewicht en totale zittijd. De meta-analyse wees uit dat 1 uur per dag extra tv-kijken of computergebruik statistisch niet-significant gerelateerd was aan een hogere BMI tijdens follow-up.
Conclusie
Het wetenschappelijke bewijs voor een prospectieve relatie van zitgedrag tijdens de jeugd met biomedische gezondheidsindicatoren is over het algemeen niet overtuigend.
Reacties