In een recent onderzoek gaf het toedienen van twee defibrillatieschokken direct na elkaar met twee losse defibrillatoren een betere uitkomst dan de standaarddefibrillatie bij patiënten met refractair ventrikelfibrilleren. Is het tijd voor nieuwe strategieën om patiënten met aanhoudend ventrikelfibrilleren een betere overlevingskans te bieden?
In Nederland gebeurt het jaarlijks zo’n 8000 keer dat de diverse hulptroepen (ambulance, brandweer, politie, burgerhulpverleners) worden gealarmeerd voor iemand een circulatiestilstand buiten het ziekenhuis (‘out-of-hospital cardiac arrests’, OHCA). In 49% van de gevallen betreft het een circulatiestilstand op basis van een ‘schokbaar ritme’ (ventrikelfibrilleren (VF) dan wel ventrikeltachycardie zonder output), zo blijkt uit nadere analyse van de resultaten uit vijf regio’s in ons land.1 Aan deze patiënten dient zo snel mogelijk een schok met een defibrillator te worden toegediend. Bij elke minuut vertraging neemt het percentage patiënten met een schokbaar beginritme namelijk af.
Defibrilleren volgens de richtlijnen van de Nederlandse Reanimatieraad is bij een deel van de patiënten niet effectief. Vaak is er dan sprake van snel recidiverend VF na een effectieve schok. Soms is er sprake van refractair VF, waarbij de schok niet effectief is. Beide vormen gaan gepaard met een verminderde overlevingskans en meer complicaties na…
Reacties