artikel
Zomaar een greep: Grey’s Anatomy, Transplant, ER, Dr. Kildare, Medisch Centrum West, Ingang Oost, De Coassistent, Centraal Medisch Centrum. Ziekenhuisseries. Sommigen al oud, anderen nog steeds op tv. Al snel beland ik op de site met ‘De 35 beste ziekenhuisseries’. Ze illustreren één ding: dokters doen het goed in drama. De reden dat ziekenhuisseries zo populair zijn is niet zo moeilijk te bedenken. Het gaat om situaties waar we op een dag allemaal in terecht kunnen komen. Iedereen komt wel eens bij een dokter en belandt wel eens in een ziekenhuis. Het gaat vaak over leven en dood, over grote emoties. Voeg daarbij de extra laag toe van dokters en assistenten die de ochtend na een wilde nacht gezamenlijk aan de operatietafel staan. Het persoonlijke leven van de arts dus… en je hebt een echte soapserie.
Wat zijn de gevolgen van deze dramaseries en andere medische programma’s? Hebben dokters daar last van? Of kan de kijker er ook beter door geïnformeerd worden?
Entertainment-Education
De invloed van media reikt verder. Ook in films komen medische situaties soms uitgebreid aan de orde. Denk aan The Father, de prachtige film waarin Anthony Hopkins ronddoolt in zijn door dementie steeds grilligere leven, en wij met hem. ‘Ik heb in mijn praktijk nog nooit een dergelijke dementiepatiënt gezien. De stapeling van dramatische klachten is niet realistisch’, zegt Marcel Olde Rikkert, klinisch geriater. ‘Ik denk eigenlijk dat die niet voorkomt.’ De vraag is nu wat het doet aan het beeld van dementie, een ziekte die steeds meer voorkomt omdat hij vaak gepaard gaat met veroudering.
‘Ik maak graag onderscheid tussen emotioneel en feitelijk realisme’, zegt Martine Bouman in haar stijlvol ingerichte kamer in een klein grachtenpand in Gouda, waar het Centrum Media & Gezondheid (CMG) is gevestigd. Ze heeft een bijzondere leerstoel aan de Erasmus Universiteit, School of History Culture and Communication (ESHCC) en verricht consultancy vanuit haar bedrijf CMG. Dit bedrijf houdt zich bezig met onderzoek, trainingen, advisering en eigen mediaprojecten op het gebied van educatie en gezondheid.
Op de tafel staat de glazen Everett M. Rogers Award for Achievement in Entertainment-Education. Bouman was de eerste Europeaan en de eerste vrouw die deze prestigieuze prijs in 2010 in Hollywood in ontvangst mocht nemen. Dan is er nog de ZonMw Parel uit 2017, eretekens van een lange betrokkenheid bij gezondheidsvoorlichting via tv-series of, zoals het vakgebied nu heet: Entertainment-Education (zie kader). ‘Emotioneel realisme trekt de kijker het verhaal in, het beweegt de kijker. Het is emotioneel geloofwaardig dat iets specifieks kan gebeuren. Daarbij kan er wel eens een cardiogram op zijn kop hangen of heeft de dokter de stethoscoop verkeerd op zijn hoofd staan. Geen kijker die dat ziet. Dat ergert alleen de medische professional’, zegt Bouman.
Tv-formats
In navolging van het boek van Anne Karpf, Doctoring the media (1990),1 onderscheidt Bouman vier types van media-aandacht voor medische onderwerpen: (a) de medische benadering, vaak over nieuwe operatietechnieken of nieuwe behandelmethoden; (b) de leefstijlbenadering, ook wel de ‘Look after yourself-approach’ genoemd: ‘Hoe zorg je dat je fit blijft?’; (c) de omgevingsbenadering: ‘Waardoor hebben mensen meer last van astma als het gaat om luchtvervuiling in de grote steden?’; en (d) de consumentenbenadering, Kassa of Radar bijvoorbeeld: ‘Deze medicijnen zijn in Frankrijk veel goedkoper, waar ligt dat aan?’ Die programma’s komen op voor de gewone burger. Elk type uitzending kent echter zijn eigen valkuilen. ‘Bij de leefstijluitzendingen moet je oppassen voor victimblaming: dat de indruk wordt gewekt dat als je ziek bent je niet goed hebt geleefd, terwijl omgevingsfactoren zoals milieu ook een grote rol spelen’, stelt Bouman.
Ze voegt daar nog een vijfde categorie aan toe: (e) de entertainment-educationbenadering: het verwerken van gezondheidsthema’s in amusementformats. Daarover zo meer.
‘Van oudsher scoren die medische programma’s hoog en komen ze veel voor. Daar moet je oppassen voor bovenmatige aandacht voor de heldenrol van artsen die ingewikkelde medische handelingen verrichten met dure technologie. Het zou de indruk wekken dat alle gezondheidsproblemen met hoge technologische en medische ingrepen op te lossen zijn. Je wilt juist voorkomen dat mensen in het ziekenhuis terechtkomen. Een gezonde leefstijl is daarbij belangrijk. Ook is er voor de gewone dagelijkse ziekenhuisroutine, het werk van verplegers en anderen, weinig aandacht. In een fictieve dramaserie vind je niet het reguliere “day-to-day” werk van artsen en verplegers. Het is drama en geen documentaire’, zegt Bouman.
Dramalessen
Nog een voorbeeld: een fragment uit Grey’s Anatomy. Bouman heeft het laten zien tijdens haar oratie in 2016. De knappe blonde dokter Lizzy komt een blijde boodschap brengen aan de patiënt: ‘Je bent zwanger!’ Maar de toekomstige vader en moeder raken helemaal in paniek van die boodschap. De vrouw begint te huilen en zegt dat ze een abortus wil want ze is hiv-positief. ‘Luister’, zegt Lizzie, ‘Als je een abortus wil vanwege je geloof dan is dat tussen jou en jouw god. Maar als je het doet om medische redenen is het tussen jou en mij. Met medicatie heb je 98% kans dat je baby gezond geboren wordt.’ De vrouw vraagt: ‘98 procent?’, waarop Lizzie antwoordt: ‘98 procent!’ Het stel kijkt elkaar opgelucht aan. Een ontroerend moment, daar weten ze bij Grey’s Anatomy wel raad mee.
De Aidsstichting kan tevreden zijn. De Kaiser Family Foundation (2008) onderzocht hoeveel kijkers dit percentage wist te noemen. Vóór de uitzending wist 15% van de kijkers het goede antwoord op de vraag hoeveel procent kans een hiv-besmette moeder heeft op een gezonde baby. Een week na de uitzending scoorden de kijkers na deze aflevering 61%, en zes weken later nog altijd 45%.
Die scène in Grey’s Anatomy was niet geheel toeval. Hij kwam tot stand in samenwerking met de organisatie Hollywood, Health and Society (HHS). Dit is een Amerikaanse organisatie die, net als het centrum van Bouman, probeert om de juiste informatie over medische zaken in ziekenhuisseries te krijgen. HHS bestaat sinds de jaren 90, ontvangt subsidie van de Bill and Melinda Gates Foundation en heeft, volgens hun eigen site, momenteel een staf van negen mensen, die voortdurend overleggen met script- en scenarioschrijvers over gezondheidsthema’s in de Amerikaanse media.
Soaps en scripts
In die internationale voetsporen is Martine Bouman getreden. In 2016 trad ze aan als bijzonder hoogleraar voor de leerstoel Entertainment Media and Social Change. De leerstoel is ingesteld door Stichting Entertainment Education, en mogelijk gemaakt door een consortium van veldorganisaties bestaande uit Stichting Alzheimer Nederland, Nierstichting en Hartstichting met een projectsubsidie van de VriendenLoterij. Voordat Bouman in 1999 het CMG begon was ze jarenlang medewerker bij de Hartstichting. ‘Wat mij erg aan het hart gaat zijn de grote gezondheidsverschillen tussen rijk en arm. En juist met een soap of dramaserie zoals Medisch Centrum West bereik je mensen waarmee gezondheidsorganisaties vaak nog onvoldoende aansluiting hebben, zoals laaggeletterden, mensen die geen folders lezen.’
Bouman benadrukt dat het heel belangrijk is om te investeren in een goede samenwerking. Ze heeft dat onderzocht en destijds beschreven in haar proefschrift The Turtle and the Peacock.2 ‘We werden ook wel gebeld door de scriptschrijvers van Goede Tijden, Slechte Tijden, met de vraag over iemands dood. “Het personage valt ineens neer: Kán dit, met dit nierprobleem, bijvoorbeeld?”. Dan ga ik naar de Nierstichting, die zeiden: “Het kán een keer voorkomen maar in het algemeen gebeurt het niet.” Het kan. Dan kiest men voor: het kan. De witte raaf. Dan ben je eigenlijk te laat met je advies. Scriptschrijvers kiezen altijd voor het drama.’
Om schrijvers te inspireren en om aandacht te besteden aan medische en gezondheidsthema’s in series of films, en om dat late moment van raadplegen voor te zijn heeft het CMG in de loop van de jaren allerlei initiatieven ontwikkeld om scenarioschrijvers en medische professionals met elkaar in contact te brengen, zoals het digitale platform ‘Tips voor scripts’ en zeven jaar lang ‘De dag van de soap’. ‘We organiseerden lunches met scriptschrijvers en inhoudelijke thema-organisaties over actuele medische en gezondheidsthema’s. Dan nodigde ik iemand van RIVM uit iets te vertellen over resistentie tegen antibiotica. Dat helpt scriptschrijvers bij hun research.’
Nederland in beweging
Idealiter nemen gezondheidsorganisaties zelf het initiatief. Daarvan heeft Bouman een goed voorbeeld wat wij allemaal kennen: Nederland in beweging. Elke ochtend te zien op tv. ‘Nederland in Beweging hebben wij, en hiermee bedoel ik een groep van gezondheidsorganisaties, zelf bedacht. We hadden vroeger ochtendgymnastiek op de radio. Er werd sterk ingezet op bewegen vanaf 55+. Toen wilden we een tv-programma, zodat mensen het thuis kunnen doen, in hun pyjama, met de gordijnen dicht. En waarbij ze toch elke dag 20 minuten intensief bewegen. Zo is het idee ontstaan bij de Hartstichting, NOC-NSF, TNO en NISB. Ik heb namens die organisaties onderhandeld met de omroepen. Zo is mijn organisatie, het CMG, eigenlijk begonnen. Ik was de externe coördinator.’
Aanvankelijk was er weinig belangstelling bij de omroepen, stelt Bouman ‘Het ging om dagtelevisie en dat telde nog nauwelijks mee voor de kijkcijfers. Reclametijd eromheen gaat ook niks opleveren, dacht men in 2000. Totdat de AVRO het thema gezondheid als een van haar speerpunten benoemde. Het was voor het eerst dat er op deze manier vanuit gezondheidsorganisaties een programma is ontwikkeld, wat we gezamenlijk hebben gefinancierd. We zaten mede in de redactie. We hebben vooronderzoek gedaan, de oefeningen moeten wel kloppen. In de oefengroep moesten ook mensen met overgewicht, mensen van 80. We hebben de beroemde stoel geïntroduceerd. We wilden laten zien dat het ook mogelijk was mee te doen met de oefeningen als je niet kon staan. Dat zou een programmamaker nooit doen! Wie gaat er op die stoel zitten. Olga Commandeur? Of – toen nog – Karl Noten, de presentatoren. Of iemand van de oefengroep zelf?’, zegt Bouman.
‘We hebben proefuitzendingen gedaan. Een idee was bijvoorbeeld om een coolingdown te doen waarbij de mensen ontspannen op de grond liggen. Nou dat werkte helemaal niet in de huiskamer, tussen de tafel en stoelen. Zo konden ze niet naar de tv kijken, moesten hun bril erbij pakken. Dat ging dus niet door.’ Omroep Max kwam na een jaar of tien met de organisatie praten. ‘Over de overdracht van de rechten heb ik namens de gezondheidsorganisaties onderhandeld. Omroep Max heeft het programma overgenomen en zij betaalt het nu. De informatieblokjes die tussen de oefeningen zaten zijn nu ook weg. De oefeningen worden in vijf dagen opgenomen voor een heel jaar. Je zal ook nooit een verwijzing naar de actualiteit tegenkomen.’ En de stoel? Die zag ik niet terug in recente afleveringen.
Over de grens
Is het wel eens mis gegaan? vraag ik Martine Bouman. ‘Niet bij mijn eigen projecten’, zegt ze na enig nadenken. ‘Dat klinkt misschien arrogant, maar als ik er van begin af aan bij betrokken ben, als de gezondheidsorganisaties in the lead zijn, dan zorg je ervoor dat er niks mis gaat.’
Het meest recente project van CMG is UP2U: internetfilmpjes over seksueel overschrijdend gedrag voor jongeren tussen 15 en 19 jaar, waarbij je als kijker kunt kiezen welke vervolgscène je wil zien. Gaat het meisje mee naar huis met de jongen van wie ze net een dure tas heeft gekregen? Of zegt ze: ‘Dankjewel, maar ik wil je eerst beter leren kennen?’ Hierin heeft het CMG van begin tot eind samengewerkt met Bosch Film, een professionele filmmaker, en organisaties zoals Soa Aids Nederland en Rutgers. Het is gebaseerd op ervaringen van jongeren, wordt gespeeld door jongeren en is vooraf getest met previewsessies. Het wordt gebruikt in het digitale lespakket ‘Lang Leve de Liefde’, voor mbo-leerlingen van 15 tot 19 jaar.
‘Bij Medisch Centrum West waren we niet in the lead. Dan ben je gast en heb je er minder over te zeggen. Dan gaat het wel eens anders dan je zou willen, zoals in de aflevering over orgaandonatie. Dat vond ik op het randje. Als donor weet je niet van wie je het orgaan hebt gekregen. Dat is not done. In dit geval, zeggen de ouders uiteindelijk “ja” in een heel emotionele scène na het overlijden van hun kind. Het hartje mag gebruikt worden voor donatie. Dan zie je op een gegeven moment een scène met een blije moeder, haar kind heeft een nieuw hart gekregen en blijft leven. De oorspronkelijke moeder gaat dwalen in het ziekenhuis en komt bij zo’n kind met een nieuw hart en doet dan alsof daar haar eigen kind ligt. Dat vond ik tricky. Emotioneel was het fantastisch’, zegt Bouman.
Over de grenzen van wat wel en wat niet kan was Martine Bouman al heel duidelijk in haar oratie, bij de aanvaarding van haar bijzondere hoogleraarschap aan de Erasmus Universiteit in 2016: ‘Wie en wat bepaalt welke maatschappelijke vraagstukken worden verwerkt? Hoe voorkom je dat ongewenste sociale waarden worden gecommuniceerd? Algemeen hanteren we de regel dat het moet gaan om maatschappelijke vraagstukken die verankerd zijn in beleidsnota’s en rapporten die binnen een democratisch proces en in samenwerking met diverse experts en kennisinstituten tot stand zijn gekomen. Elke inhoudelijke samenwerking en inbreng dient te worden vermeld in de aftiteling…’
Literatuur
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Aanbevolen literatuur
-
Beck V. Working with daytime and prime – time television shows in the united states to promote health. In Singhal A, Cody MJ, Rogers EM and Sabido M (Eds.), Entertainment-Education and social change: history, research and practice Mahwah, NY, London: Lawrence Erlbaum Associates Publishers. 2004;207-24
-
Bouman MPA. Amusing Ourselves to Health and Happiness . 2006
-
Bouman MPA. Entertainment-Education television drama in the Netherlands, chapter 12 in Singhal A, Cody MJ, Rogers EM and Sabido M (eds) Entertainment-Education and social change, LEA, Mahwah, New Yersey. 2004
-
Bouman MPA. Televisieamusement en overheidscommunicatie. Tijdschr Communwet. 2002;30:331-46
-
Bouman MPA. The Turtle and the Peacock; Collaboration for prosocial change: the entertainment-education strategy on television. Published Thesis, University of Wageningen. 1999
-
Bouman MPA, Maas L, Kok GJ. Health education in television entertainment: A Dutch drama serial. Health Educ Res. 1998;13:503-18
-
Centrum Media en Gezondheid: www.media-gezondheid.nl
-
Kremers SPJ, Bouman MPA. Nederland in Beweging!-televisie: Onderzoek naar de gebruikswaarde. TSG. 2004;82:332-3
-
Meis JM, Kremers SPJ, Bouman MPA. Television viewing does not have to be sedentary: motivation to participate in a TV exercise program, In special issue: Sedentary behaviors, weight, and health and disease risks in Online Journal of Obesity. Volume 2012, Article 752820
-
Rideout V. Television as a health educator: a case study of grey’s anatomy, The Kaiser Family Foundation. Melo Park, California. 2008
-
Van der Riet A. Health communication in a Dutch hospital serial: collaboration and appreciation. MA Thesis, Erasmus School of History, Culture and Communication. 2017
-
Schoenmakers E. Van deftige doktersjassen tot veilig vrijen. Een onderzoek naar de benaderingen van gezondheid, ziekte en dood in televisieprogramma’s op de NPO. MA Thesis, Erasmus School of History, Culture and Communication. 2018
Reacties