Samenvatting
Doel
Inventariseren wat de opbrengst is van routinematige screening op en advisering bij psychiatrische problematiek, psychosociale problemen en middelengebruik (PPM) onder zwangeren in Nederland. Deze aanpak wordt geadviseerd in het landelijke Actieprogramma Kansrijke Start, dat zich richt op een gezonde start van alle (ongeboren) kinderen, ook onder kwetsbare omstandigheden.
Opzet
Secundaire analyse van praktijkgegevens uit 11 verloskundige samenwerkingsverbanden (VSV’s) verspreid over Nederland die alle het Mind2Care-instrument gebruikten bij de systematische screening van zwangeren.
Methode
Screening met het Mind2Care-instrument kan een negatieve uitslag geven, een waarschuwing (‘alert’) of een specifiek behandeladvies op basis van het lokale zorgaanbod. Wij analyseerden de anonieme gegevens over gesignaleerde risico’s en bijbehorende adviezen van 22.141 routinematig gescreende zwangeren. Daarbij rapporteerden we de algemene opbrengst van de screening en de meest voorkomende adviezen.
Resultaten
Van alle zwangeren had 24% minimaal 1 PPM-risicofactor. Een combinatie van risicofactoren kwam voor bij 10%. 31% van de zwangeren kreeg een alert of gericht advies: 24% kreeg een gericht behandeladvies, 15% een alert, met enige overlap daartussen.
Conclusie
1 op de 4 zwangeren heeft een PPM-risicofactor waarbij een behandeladvies past op basis van de bestaande professionele richtlijn. Systematische screening, zoals geadviseerd in het actieprogramma ‘Kansrijke start’, doet een groot beroep op de zorg en in het bijzonder op de multidisciplinaire samenwerking tussen het medische en het sociale domein. Er is nog geen wetenschappelijke literatuur over wat het totale effect is op het ongeboren kind van systematische signalering en behandeling van PPM-factoren tijdens de zwangerschap. Desondanks wordt deze benadering steeds meer geaccepteerd als methode om ieder kind een gezonde start te geven, ook in kwetsbare situaties.
Reacties