Artsen kijken zelden in de mond van hun patiënt. Een gemiste kans, betogen de auteurs van dit artikel. De algemene gezondheid en mondgezondheid zijn immers geen afzonderlijke entiteiten.
Van jongs af aan leren we dat je ‘een gegeven paard niet in de bek kijkt’. Het gaat immers om de gift zelf, niet om de waarde ervan. Bij aankoopkeuringen van paarden wordt echter altijd in de mond van het dier gekeken. Dit om te controleren of de leeftijd in het paspoort klopt, maar vooral ook om een goed beeld te krijgen van de mondgezondheid van het paard. Die zegt namelijk veel over het dier. Zo kan een afwijkend slijtagepatroon van het gebit duiden op een stalondeugd als kribbebijten. Ontstekingen en afgebroken gebitselementen kunnen ervoor zorgen dat een paard niet goed kan eten, waardoor naast ondervoeding en gastro-intestinale problemen ook algemene welzijnsproblemen ontstaan. Daarnaast mag agressief gedrag ten gevolge van pijn in de mond niet onderschat worden.
Wat geldt voor paarden, geldt voor de meeste dieren. In de diergeneeskunde maakt inspectie van tanden, mondslijmvlies en tong standaard onderdeel uit van…
Reacties