Co’s en hun risico’s

Perspectief
Wulphert Venderink
Paulien J.A. Janssen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:D6035
Abstract

Coassistenten moeten nog veel leren, en soms gaat daarbij iets mis. Wat betekent dat voor de patiëntenzorg en voor de supervisor? Een analyse van 10 jaar aan tuchtzaken geeft een idee van de risico’s.

Samenvatting

Het werken met coassistenten gaat gepaard met risico’s voor de kwaliteit van de patiëntenzorg en tuchtrechtelijke risico’s voor de arts. In dit artikel identificeren we die risico’s aan de hand van de tuchtrechtelijke jurisprudentie sinds 2010. Coassistenten hebben in deze periode een relevante rol gespeeld in ongeveer 40 tuchtzaken. De belangrijkste risico’s die naar voren komen, zijn gerelateerd aan de indirecte supervisie. Hoewel coassistenten onder bepaalde voorwaarden zelfstandig mogen handelen, is supervisie ‘op afstand’ niet altijd voldoende. Vooral bij complexe of heel zieke patiënten wordt een directe supervisie verlangd. Ook dossiervoering is een potentieel risico voor de kwaliteit van de zorg. De coassistent moet hierin goed gesuperviseerd worden en in het dossier moet genoteerd worden wie de supervisor is. Tuchtrechtelijke risico’s bestaan verder nog bij patiënten die geen coassistent aanwezig willen bij hun anamnese of lichamelijk onderzoek.

Auteursinformatie

Radboudumc, afd. Radiologie en Nucleaire Geneeskunde, Nijmegen: dr.mr. W. Venderink, radioloog in opleiding en jurist.Medisch Spectrum Twente, Thorax Centrum, Enschede: drs. P.J.A. Janssen, cardioloog in opleiding.

Contact W. Venderink (wulphert.venderink@radboudumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Wulphert Venderink ICMJE-formulier
Paulien J.A. Janssen ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Het staat er een paar keer stellig: de opleider is tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor al het handelen van hun co's. Dat klopt niet. De wet BIG, waarin het tuchtrecht is geregeld, is destijds juist zo ingericht dat iedere beroepsbeoefenaar in de individuele gezondheidszorg zelf verantwoordelijk is voor zijn of haar verrichtingen. De co-assistent kan weliswaar niet tuchtrechtelijk ter verantwoording worden geroepen, strafrechtelijk bestaat die mogelijkheid wel. Dat er zelden gebruik van wordt gemaakt is een ander verhaal. De opleider is van zijn kant slechts voor de uitkomsten van het handelen van de co verantwoordelijk, indien hij in zijn hoedanigheid van opleider en in de omstandigheden van het geval, onvoldoende supervisie heeft geregeld of gehouden. Stel je voor: een co doet iets met opzet en verkeerd, achter de rug van de opleider om. Zou dan de opleider tuchtrechtelijk een verwijt gemaakt kunnen worden?  

Frank de Haan, manager Strategie en Bestuur, Amphia ziekenhuis

Wulphert
Venderink

Geachte Frank de Haan,


Leuk dat u ons artikel heeft gelezen en de moeite heeft genomen een reactie te schrijven. Als supervisor van een coassistent zal in een standaard situatie de arts tuchtrechtelijk verantwoordelijk blijven voor de geleverde zorg. Als bijvoorbeeld een arts een anamnese en lichamelijk onderzoek door een coassistent laat uitvoeren en besluit om dit niet te controleren, dan draagt de arts hiervoor de verantwoordelijkheid.
Het artikel dat wij schreven heeft als doel het in kaart brengen van de risico’s van het begeleiden van coassistenten. Om een en ander in context te plaatsen hebben we in de inleiding kort de juridische positie van de coassistent beschreven. Zo schreven we al dat coassistenten op andere manieren dan het tuchtrecht ter verantwoording kunnen worden geroepen. Uiteraard zijn er hypothetische situaties, bijvoorbeeld de situatie die u schets waarin een coassistent ver buiten zijn boekje gaat. De tuchtcolleges zullen dan natuurlijk naar de omstandigheden van het geval kijken en afhankelijk daarvan een tuchtklacht al dan niet gegrond verklaren.
Wij hebben in ons artikel besloten dergelijke hypothetische situaties niet te noemen om de lezer niet van het doel van ons artikel af te leiden.

Vriendelijke groet,

Wulphert Venderink