Digoxine is een eeuwenoud middel. Het effect van vingerhoedskruid werd door William Withering al in 1785 genoemd als medicamenteuze behandeling voor waterzucht (‘dropsy’, oedeem).1 Withering beschreef ook de gevolgen van overdosering, soms met de dood tot gevolg. Ruim 200 jaar later zijn we ons nog altijd bewust van de smalle therapeutische breedte, met als gevolg dat het gebruik van digoxine sterk afneemt. Is er in het huidige tijdperk waarin we beschikken over meerdere medicijnen tegen hartfalen, resynchronisatie-pacemakers, implanteerbare cardioverter-defibrillatoren en longvene-ablaties voor atriumfibrilleren, nog plaats voor digoxine?
Beschouwing
Farmacodynamiek
Het farmacotherapeutisch effect van digoxine is tweeledig. Enerzijds geeft dit middel stimulatie van de N. vagus, wat verlaging van de activiteit van zowel de sinusknoop als de atrioventriculaire knoop tot gevolg heeft. De remming van de atrioventriculaire geleiding maakt digoxine geschikt voor hartkamerfrequentiecontrole tijdens atriumfibrilleren. Anderzijds verhoogt digoxine de contractiekracht van het hart door remming van Na-K-ATPase. Dit blokkeert de…
Reacties