Mart van de Laar is hoogleraar reumatologie aan de Universiteit Twente. In zijn vakgebied heeft de afgelopen twintig jaar een kleine revolutie plaatsgevonden wat betreft onderzoeks- en behandelmogelijkheden. Daarbij heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat bij reumatoïde artritis zo vroeg mogelijk met de behandeling gestart moet worden, om gewrichtsschade, en daarmee invaliditeit, te voorkomen. Toch houdt Van de Laar een pleidooi om soms een pas op de plaats te maken.
Wat is de grootste verandering in uw reumatologiepraktijk van de afgelopen 20 jaar?
‘Er zijn steeds meer laboratoriumbepalingen en beeldvormende technieken bij gekomen, waardoor de diagnostische mogelijkheden vergroot zijn. Dat geldt niet alleen voor de reumatologie, maar voor de hele geneeskunde. Ik denk dat, omdat er zo veel kan op dit moment, we ook heel veel extra onderzoek doen.’
Te veel?
‘Ik denk dat de kansen om te veel te doen voor het oprapen liggen. Je ziet in alle Nederlandse ziekenhuizen dat we niet zozeer meer het probleem van de patiënt achterna gaan, maar eerder het pad volgen dat wordt…
Reacties