Dames en Heren,
De klinische presentatie van coeliakie bij kinderen is de afgelopen decennia sterk veranderd. Coeliakie komt bij kinderen tegenwoordig vaker tot uiting op latere leeftijd, met klinische symptomen die nog niet zo lang geleden als atypisch werden beschouwd.1,2 Ook is de incidentie van de diagnose ‘coeliakie’ in de laatste decennia fors toegenomen. Bij de diagnostiek van coeliakie spelen serologisch onderzoek – met name gericht op IgA-antilichamen tegen glutaminase type 2 (TG2A) en endomysium (EmA) – en histologisch onderzoek van dunnedarmbiopten een centrale rol. Aan de hand van de ziektegeschiedenissen van drie kinderen illustreren wij de verschuivende klinische presentatie van coeliakie bij kinderen en de consequenties daarvan voor de diagnostiek.
Patiënt A, een 5-jarig meisje, werd verwezen naar onze polikliniek voor evaluatie van achterblijvende lengtegroei. Zij was geboren na een ongecompliceerde, voldragen zwangerschap met een geboortegewicht van 3440 g. Op de leeftijd van 6 maanden waren gluten geïntroduceerd. Vanwege een afbuigende lengtegroeicurve, weliswaar zonder klachten, was er op 2-jarige leeftijd elders al uitgebreid aanvullend onderzoek verricht; de uitslag van serologisch onderzoek (TG2A en EmA) was toen negatief. Sindsdien was haar lengtegroei verder achtergebleven.
Bij ons op de polikliniek gaven de ouders aan dat patiënte regelmatig buikpijn had en snel vermoeid was. Haar ontlastingspatroon was sinds enkele maanden veranderd; zij had nu meerdere keren per dag dunne ontlasting. De anamnese bood geen aanknopingspunten voor de afbuigende lengtegroei. Bij lichamelijk onderzoek werd een tenger, niet-ziek meisje gezien, zonder dysmorfe kenmerken. Haar lengte was 98,8 cm (3 SD onder de gemiddelde lengte voor haar leeftijd) en haar gewicht 14,2 kg (-2,6 SD). Volgens…
Reacties