Dit leerartikel is herzien. De herziene versie (DXXX) is gecontroleerd op actualiteit en juistheid. Bij de herziene versie is een nieuwe nascholingstoets beschikbaar.
Op de hoogte blijven van nieuwe leerartikelen, compleet met geaccrediteerde toetsvragen en luisterversie?
⚡Schrijf je gratis in op een e-mail alert door het dossier Leerartikelen te volgen.⚡
Toets voor nascholing (verlopen)
Aan dit leerartikel was een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kon verdienen.
Samenvatting
Chronische diarree komt op alle leeftijden voor en is een veelvoorkomende reden voor een bezoek aan de huisarts of een medisch specialist. De differentiaaldiagnose van chronische diarree is uitgebreid en het achterhalen van de onderliggende oorzaak kan een uitdaging zijn. In dit artikel beantwoorden wij 12 prangende vragen over chronische diarree uit de praktijk.
Peuterdiarree
Hoewel er in de eerste zin van het artikel zowel als in de smanevatting geschreven wordt dat chronische diarree op alle leeftijden voorkomt, wordt er geen aandacht besteed aan ‘peuterdiarree’, of wel chronische niet-specifieke diarree op de peuterleeftijd. Deze betrekkelijk onschuldige maar soms wel lastige kwaal is niet bij iedere huisarts of CB-arts bekend, zo is mij herhaaldelijk gebleken. De kinderen zijn doorgaans niet waarneembaar ziek - hooguit een geïrriteerd perianaal gebied -, vallen niet af en eten goed. De behandeling bestaat uit dieetadvies: meer vezels en vet, minder vruchtensappen.
Henk Mulder, kinderarts NP