Samenvatting
De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) zet in op informele zorg, waaronder vrijwilligerszorg. Beleidsmakers dichten vrijwilligerszorg allerlei positieve eigenschappen toe die bij professionele, niet-medische zorgverlening zouden ontbreken. In deze heroriëntatie op goede zorg is er geringe aandacht voor het cliëntperspectief. In dit artikel vragen wij cliënten met een verminderd recht op publiekelijk gefinancierde zorg naar hun mening over en beleving van de stap naar vrijwilligerszorg. De vrijwilligerszorgrelatie beperkt zich niet tot een uitwisseling van vraag en aanbod; het creëert ook een erkenningsrelatie waarin cliënten zoeken naar erkenning van hun behoeften, autonomie en talent. Een gebrek aan erkenning kan de eigenwaarde van zorgbehoevenden aantasten. Ons verkennende, kwalitatieve onderzoek brengt verschillende vormen van miskenning in kaart, die door geïnterviewden in de overgang naar vrijwilligerszorg werden ervaren. We bespreken mogelijke manieren om de weg naar erkenning voor zorgbehoevenden te verbreden in de vrijwilligerssector, zodat het Wmo-ideaal ‘Iedereen telt mee’ ook daadwerkelijk gestalte krijgt.
Reacties