Samenvatting
Doel
Inzicht krijgen in de betrouwbaarheid en validiteit van dossieronderzoek, een veelgebruikte methode voor het meten van zorggerelateerde schade (‘adverse event’).
Opzet
Systematisch literatuuronderzoek.
Methode
Systematisch doorzochten we PubMed, Embase, CINAHL, PsycINFO en de Cochrane Library tot februari 2015 en selecteerden artikelen waarin werd gerapporteerd over de betrouwbaarheid, validiteit of beide van dossieronderzoek. We berekenden gemiddelde en gewogen kappawaarden en analyseerden verschillen tussen de volgende subgroepen: aantal beoordelaars, mate van ervaring en training van de beoordelaars, waarbij we corrigeerden voor de prevalentie van zorggerelateerde schade.
Resultaten
In 25 studies werden psychometrische gegevens gerapporteerd van de ‘Global trigger tool’ (GTT) en de ‘Harvard medical practice study’(HMPS)-methode. Met de GTT was de gemiddelde overeenstemming tussen beoordelaars 88%, en met de HMPS-methode 83% voor zorggerelateerde schade en 81% voor vermijdbaarheid. De gewogen kappawaarde van de GTT was 0,65 en die van de HMPS-methode 0,55. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid was significant hoger wanneer dossiers door een groep van maximaal 5 beoordelaars waren beoordeeld. We vonden geen studies waarin de validiteit van de GTT of HMPS-methode was geëvalueerd.
Conclusie
De betrouwbaarheid van dossieronderzoek is matig tot voldoende en is significant hoger wanneer een kleine groep beoordelaars dit onderzoek uitvoert. De validiteit van dossieronderzoek is tot op heden niet onderzocht, terwijl er wel methoden voorhanden zijn om de concurrente validiteit van dossieronderzoek te testen. Zolang de validiteit niet bekend is, blijft dossieronderzoek dus een onvolmaakte methode.
Reacties