Geen klachten, geen coronaire CT-angiografie

Screenen op afsluitingen in de kransslagaders met behulp van CT-scans leidt tot meer invasieve diagnostiek en extra behandelingen, maar niet tot een duidelijk lager aantal cardiovasculaire problemen. Het gebruik van coronaire CT-angiografie (CCTA) als profylactisch diagnosticum bij asymptomatische patiënten is dan ook onverstandig, stellen Zuid-Koreaanse onderzoekers in Archives of Internal Medicine (2011; doi:10.1001/archinternmed.2011.204).

Een CT-scan van de kransvaten is een snelle manier om stenosen van die coronairen op te sporen, maar het nut van de scan bij patiënten zonder hartklachten was onduidelijk. Koreaanse onderzoekers verzamelden de medische gegevens van 1000 klachtenvrije patiënten die in het kader van een gezondheidsprogramma CCTA ondergingen. Deze groep werd na 90 dagen en 18 maanden wat betreft medicatie, medische procedures en het aantal cardiovasculaire events vergeleken met 1000 controlepatiënten bij wie geen scan was gemaakt.

Bij 21% onthulde CCTA atherosclerotische plaques of stenosen. In vergelijking met de personen bij wie de scan negatief was, gebruikte van deze mensen na 90 dagen en na 1,5 jaar een hoger percentage een statine, en hetzelfde gold voor aspirine. Het aantal cardiovasculaire incidenten in de groep met een door de scan aangetoonde stenose lag na 18 maanden echter niet significant hoger dan in de controlegroep. Wel ondergingen de gescande patiënten beduidend vaker aanvullende onderzoeken.

In theorie is het natuurlijk mogelijk dat de extra onderzoeken en medicamenteuze therapie de patiënten met een stenose beschermden tegen cardiovasculair lijden. Toch denken de onderzoekers dat het uit voorzorg verrichten van CCTA bij klachtenvrije personen vooral leidt tot overdiagnostiek en overbehandeling. Ze pleiten ervoor om eerst een langlopende, gerandomiseerde studie te doen, en, zolang er geen hard bewijs is, mensen zonder klachten de extra stralenbelasting te besparen.

(Bijdrage: Lucas Maillette de Buy Wenniger.)