Manipulatieve therapie wervelkolom bij lage rugpijn net zo effectief

Manipulatieve therapie wervelkolom bij lage rugpijn net zo effectief
Lucas Mevius
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:C866

Manipulatieve therapie van de wervelkolom is niet beter, maar ook niet slechter dan andere effectieve behandelingen voor patiënten met lagerugpijn. Dat staat in een recent vernieuwde Cochrane-review (Cochrane Database Syst Rev. 2011;2:CD008112).

Patiënten met chronische lagerugpijn wenden zich vaak tot pijnstillers – ondanks bijwerkingen en verslaving – of…

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

François
Adriaens

Weinig of niet representatief als veel onderzoek .  Het merendeel  van de onderzoeken mbt dit thema is dan ook  in hetzelfde bedje ziek :

- Welke methode van Manuele Therapie werd gehanteerd? Mulligan, van der Bijl, Maigne, Marsman,...?

- Hoe werd de analyse van het bewegingspatroon van de testpersonen gemaakt en gebruikt in functie van de behandeling / onderzoek?

 

François Adriaens, Praktijkhouder, Therapeuticum F.Adriaens

Het resultaat van een therapie kan alleen goed zijn als de patiënten hiervoor geschikt zijn. Bij een manipulatie lijken patiënten te moeten voldoen aan meerdere criteria.(1) Dit is in de praktijk een vrij kleine groep. Het lijkt dat deze groep net zo goed of beter kan worden geholpen met  MDT (2 en 3) (zie voor info over MDT/McKenzie: http://www.mckenzie.nl.) Deze oefentherapie heeft door de zelfwerkzaamheid van de patiënt voordelen t.o.v. van SMT. Eigenoefening leidt door het zelf greep krijgen op de klacht tot angstafname en  mogelijkheden tot preventie van een recidief. Dit laatste is bij rugklachten zeer belangrijk.

Bij MDT classificeert men, naast de groep van Red Flags en 3 behandelbare groepen, een niet behandelbare groep. O' Sullivan onderscheidt bij chronische lage rugklachten zelfs 4 groepen.  Een kundige therapeut zal na zijn klinisch onderzoek,  klinisch redeneren en classificatie, kiezen voor de juiste therapeutische oefening, dosis en opbouw. Ook de interactie tussen therapeut en patiënt is van belang voor het verminderen van evtl. kinesiofobie/catastroferen en het motiveren  voor eigenoefeningen en houdingsverbetering.

Veel meer factoren dan alleen de soort  therapie bepalen dus het resultaat. De therapeut maakt mede het verschil. De vraag of een patiënt baat zal hebben bij bijv SMT of MDT is dus nooit op voorhand met dit soort onderzoek te beantwoorden en daarom nutteloos voor de praktijk.

 

Koen Overdijk, fysiotherapeut, cred. MDT (http://www.koenoverdijk.nl)  

 

 1) A clinical prediction rule to identify patients with low back pain most likely to benefit from  spinal manipulation, Childs a.o, Annals of internal Medicine ,Vol141, N 12, 2004

2)May S, Rosedale R; A case of a potential manipulation responder whose back pain resolved with flexion exercises. J Manipulative Physiol Ther; 30:539-542, 2007. 

3)Chen J, Philips Amy, Ramsey M, Schenk R. ; A case study examining the effectiveness of Mechanical Diagnosis and Therapy in a patient who met the clinical prediction rule for spinal manipulation. J Man Manip Thera; 17.216-220, 2010.