Al vijf jaar vertelt Women Inc. dat vrouwen slechtere zorg krijgen dan mannen doordat farmaceuten hun medicijnen onvoldoende op vrouwen testen. Een relevant verhaal, maar klopt het? The Investigative Desk dook in de cijfers.
Het kan niemand de afgelopen jaren zijn ontgaan. Krantenkoppen als ‘Bent u een vrouw? Pech gehad! U ontvangt veel slechtere zorg’, ‘Vrouwen vaak uitgesloten in geneesmiddelenonderzoek’ en ‘Gebrek aan medisch onderzoek gericht op vrouwen “doodzonde”’ hadden een duidelijke boodschap: het is heel slecht gesteld met de aandacht voor vrouwen in de geneeskunde.1-3 Vooral de geneesmiddelenindustrie moest het ontgelden, want die zou medicijnen onvoldoende op vrouwen testen.
In 2016 bracht de Nederlandse belangenorganisatie Women Inc. de discussie over deze kwestie op gang met de publiekscampagne ‘Behandel me als een dame’. Dankzij de Alliantie Gender & Gezondheid – een inmiddels ontbonden samenwerkingsverband tussen hoogleraren, medisch specialisten, andere zorgprofessionals en beleidsmakers – lukte het de organisatie vervolgens ook om de politiek in beweging te krijgen. In maart 2016 kende minister Edith Schippers van VWS 12 miljoen euro subsidie toe aan een onderzoeksprogramma, ondergebracht bij ZonMW.4 Een maand later droeg de voltallige…
Onderzoek naar sekseverschillen bij geneesmiddelen
Namens de Nederlandse Vereniging voor Gender en Gezondheid willen we bij deze reageren op het artikel van Hobma. De methode waarop informatie is verworven voor dit artikel is niet transparant: wie zijn er geïnterviewd en hoe wordt de mening van onderzoekers uit de farmaNamens de Nederlandse Vereniging voor Gender en Gezondheideutische industrie meegewogen? Het is niet ondenkbaar dat bij deze laatste groep economische factoren meespelen bij de afweging om diepgaand onderzoek naar man-vrouwverschillen te verrichten. In het artikel wordt evenmin systematisch literatuuronderzoek toegepast, terwijl er talloze publicaties zijn verschenen die het belang van sekseverschillen in geneesmiddelenonderzoek aantonen. Inhoudelijk zijn diverse aspecten van geneesmiddelenonderzoek eenzijdig belicht. De sekseverschillen in de werking van geneesmiddelen berusten niet alleen op verschillen in lengte en gewicht, maar ook in orgaangrootte, hormonale invloeden en metabolisme1. Bij vrouwen kan een lagere dosis van bepaalde geneesmiddelen even effectief zijn met minder bijwerkingen tot gevolg, zoals het slaapmiddel zolpidem1. De inclusie van vrouwen bij de recente geneesmiddelenstudies is de laatste jaren wel verbeterd, maar helaas nog onvoldoende2. Veel klinische studies zijn opgezet om de effectiviteit ten opzichte van een placebo aan te tonen, waardoor ze bij een scheve geslachtsverdeling onvoldoende statistische power hebben om sekseverschillen aan te tonen3. In tegenstelling tot wat in het artikel wordt gesuggereerd, ontbreken vaak meta-analyses naar sekseverschillen bij oudere geneesmiddelen uit de jaren voordat de FDA-richtlijn was ontwikkeld, zoals blijkt uit een recente analyse4. Tevens zijn er diverse studies die aantonen dat vrouwen vaker bijwerkingen ondervinden, zoals van ACE-remmers en vrouwen vaker worden opgenomen in het ziekenhuis, bijvoorbeeld vanwege elektrolytstoornissen bij diuretica5 . De WHO-global database van geneesmiddelenbijwerkingen (Vigibase) toont aan dat 60% van de gemelde bijwerkingen bij vrouwen zijn opgetreden. Onderzoek naar sekseverschillen in het beloop en de behandeling van ziekten wordt nog niet systematisch toegepast. In 2016-2020 is daarom het Kennisprogramma Gender & Gezondheid door ZonMw in opdracht van VWS uitgevoerd. Dit programma kwam tot stand door de Alliantie Gender & Gezondheid, waarin wetenschappers, medisch specialisten, beleidmakers en kennisinstituten samenwerkten. In het artikel van Hobma c.s. wordt slechts 1 van de 12 thema’s belicht, maar worden onterecht vraagtekens gezet bij het hele programma, terwijl uit de evaluatie juist de rijke opbrengst aan nieuwe kennis naar voren komt. Er is dringend behoefte aan voortzetting middels een vervolgprogramma, waarin niet alleen sekseverschillen, maar ook de effecten van gendernormen op gezondheid verder bestudeerd worden.
namens de Nederlandse Vereniging voor Gender en Gezondheid,
prof. dr. Irene van der Horst-Bruinsma, Amsterdam UMC
1) Franconi F, et al. Sex and gender influences on pharmacological response: an overview. Expert Rev Clin Pharmacol. 2014;7(4):469-85. 2)Van Diemen J, et al. The need for sex- and gender-balanced cardiovascular medical trials. Submitted for publication Eur Heart J. 3)Van der Horst-Bruinsma IE, et al. Female patients with ankylosing spondylitis: analysis of the impact of gender across treatment studies. Ann Rheum Dis. 2013; 72:1221-4 4)Bots SH, et al. Recommended Heart Failure Medications and Adverse Drug Reactions in Women. Circulation. 2019;139:1469-1471 5) Rodenburg EM, et al. Sex-related differences in hospital admissions attributed to adverse drug reactions in the Netherlands. Br J Clin Pharmacol. 2011;71:95-104.