Bij het overlijden van R. H. van den Hoofdakker (pseudoniem: Rutger Kopland)

In memoriam
Arko Oderwald
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:B839

artikel

Op woensdag 11 juli 2012 overleed R.H. van den Hoofdakker, breed bekend onder zijn pseudoniem Rutger Kopland. Hij beoefende twee ambachten: hij was psychiater en hoogleraar biologische psychiatrie in Groningen en, zoals de Volkskrant stelde, Nederlands meest geliefde dichter.

Voor een goed overzicht van het denken van R.H. van den Hoofdakker over de psychiatrie is zijn inleiding in de bundel Twee ambachten aan te raden. Daarin kijkt hij terug op zijn verzamelde opstellen over de psychiatrie, die zijn verschenen onder de titels Het bolwerk van de beterweters (1970), Een pil voor Doornroosje (1976) en De mens als speelgoed (1995). Als psychiater laat hij zich kennen als iemand die zich altijd heeft verzet tegen de opvatting dat een psychiatrische ziekte uitsluitend moet worden opgevat als een stoornis in het individu. Later verzette hij zich tegen de opvatting dat het een stoornis in de hersenen – ‘in de machine’ – is. Als hoogleraar biologische psychiatrie had hij bewondering voor de resultaten van het werk op moleculair-biologisch gebied, maar niet voor het gebruik van die kennis als verklaring voor psychiatrische stoornissen. De gedachte dat de breinen van depressieve mensen op slot zitten en dat er sleuteltjes zijn om de sloten te openen, was hem veel te simplistisch. Hij was van mening dat de speelgoedmetafoor voor de mens ernstige mankementen vertoonde, omdat de mens niet in een psychologisch of sociaal vacuüm leeft, maar in een context. Met enig genoegen stelde hij met Rudy Kousbroek vast dat de mechanische beeldspraken die depressie verklaren, eigenlijk pure poëzie zijn.

Die poëzie was zijn tweede carrière, waarvoor hij als Rutger Kopland vele malen bekroond is. En dat niet alleen, zijn poëzie werd ook verkocht. In zijn gedichten was hij op zoek naar precies het goede woord bij iets dat voorbij gaat. Wat is precies het goede woord voor het groen van het voorjaar, dat maar even zichtbaar is? Maar de dichter heeft niet de pretentie van sommige wetenschappers dat het leven definitief kan worden gevangen in woorden. ‘Wie wat vindt heeft slecht gezocht’, zo luidt de titel van een van zijn gedichten. Maar hij vroeg zich ook af wat het mechaniek van de ontroering was. De ontroering die poëzie teweeg kan brengen, ‘dat lijkt op het openspringen van een slot. Een op het eerste gezicht onbetekenende sleutel past op een slot waarvan je niet wist dat je het in je droeg.’

Een bijzonder mens is overleden. Hij laat een groot oeuvre achter, waaronder deze woorden:

Als het zover is – laat me dan eindelijk

weten hoe je dat kan, sterven

Hoe je kan weggaan, weg.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties