artikel
Tik ‘zelf doen’ in Google en je krijgt 70 miljoen treffers. Natuurlijk, de eerste link gaat over klussen, maar de tweede is een linkje naar een stressmanagementprogramma van de Universiteit van Twente. Zelf doen gaat dus blijkbaar over klussen aan je huis of aan jezelf.
Niet alleen gaan een heleboel klachten vanzelf over, ook bij ziekten kun je als patiënt meer doen dan het lijf inleveren bij de dokter, fysiotherapeut of apotheker. Als je de badkamer kunt verbouwen, dan zou je toch ook je eigen gezondheid wel aan kunnen pakken?
De auteurs van het onderzoeksartikel van deze week kozen een interessante invalshoek om te achterhalen wat depressieve patiënten vinden dat ze zelf kunnen doen om beter te worden (bl. 766, A4337). Ik winkel even selectief in hun resultaten: actief worden, bewegen, haalbare doelen stellen, verantwoordelijkheid nemen en een andere behandelaar kiezen als het niet klikt of er geen vooruitgang is. Of die opvattingen van patiënten ook daadwerkelijk tot een snellere vooruitgang leiden en vooral hoe je die kunt omzetten van intenties tot daadwerkelijk gedrag, is nog niet onderzocht. Het zijn in ieder geval oplossingen die niets kosten en ook geen bijwerkingen hebben.
In tegenstelling tot wat beleidsmakers soms lijken te denken, is ‘zelf doen’ geen zaligmakende optie voor een ernstige depressie, angststoornis of burn-out. Net zoals niet iedereen een waterleiding kan aanleggen, kan niet iedereen zo maar de depressieve deken uit het hoofd wapperen door zich voor te nemen om vanaf morgen optimistisch te denken. Als depressieve opdrachtgever kun je de aannemende hulpverlener echter wel het gereedschap aangeven en na de verbouwing zelf de rommel opruimen.
Zelfmanagement in de somatische zorg gaat vaak over zelf bloedsuikers of een INR meten en over het aanpassen van de medicatie. Patiënten weten wel dat ze ook meer moeten bewegen, moeten stoppen met roken en minder moeten eten. Toch mislukken vrijwel alle leefstijladviesprogramma’s op de lange duur. Als nu zou blijken dat programma’s die depressieve patiënten leren om zelf verantwoordelijkheid te nemen, ook echt werken, zijn die dan ook effectief bij meer ‘somatische’ problemen? ‘Zelf doen’ is een mooi gemeenschappelijk onderzoeksthema voor verbetering van de gehele gezondheidszorg. Intussen kunt u alvast oefenen met de vraag in elk consult: ‘Wat kunt u zelf doen en hoe gaat u dat bereiken?’ Als u goed naar de patiënt luistert, levert dat vast een interessant gesprek op.
Zelf doen
"Zelf doen", een Hippocratische boodschap.
/*-->*/De geneeskunst is van drieën een: de ziekte, de zieke en de dokter. De dokter is de dienaar van de geneeskunst. De zieke moet samen met de dokter zich teweer stellen tegen de ziekte. Als een verstandig iemand beweert, dat gezondheid voor mensen het hoogste goed is, dan mag je ervan uit gaan dat zo iemand bij ziekte te rade gaat met zichzelf en op die manier al een begin maakt met zichzelf te helpen. Moet de dokter er bij komen, dan moet de patiënt kunnen begrijpen en beoordelen wat voor zijn lichaam wordt voorgeschreven. Alles moet begrijpelijk zijn, tenminste zoveel als de dokter van een leek mag verwachten[1].
Jan Molenaar, emeritus hoogleraar kinderchirurgie
[1] Vrij vertaald (door Jan C. Molenaar) uit een grieks-duitse vertaling in ‘Der Arzt im Altertum’ Griechische und Lateinische Quellenstücke von Hippokrates bis Galen mit der Übertragung ins Deutsche, herausgegeben von Walter Müri, 1962, Ernst Heimeran Verlag, München