De besluitvorming bij de 36-jarige MS-patiënte bij wie we uiteindelijk de neussonde verwijderden (zie het vorige Weekboek), was in meer opzichten interessant dan alleen als illustratie van de discussie over de morele relevantie van het onderscheid tussen doden en laten sterven. Het ging om een neussonde die met enige regelmaat vervangen moest worden, soms vanwege problemen met de doorgankelijkheid, soms omdat de sonde gesneuveld was. Plaatsing van een nieuwe sonde leidde regelmatig tot afwerend gedrag van de betrokken mevrouw. Volgens de verpleging leek het erop dat zij op deze manier een wens om te sterven probeerde duidelijk te maken. Die…
De rommeligheid van de praktijk
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:B691
Reacties