Zorgeloze vakantie?

Opinie
Peter W. de Leeuw
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:B606

artikel

Ook voor uw hoofdredacteur is de vakantieperiode aangebroken. Zorgeloos op pad naar een verre bestemming. Hoewel, niet geheel zorgeloos. Er blijft altijd wat zorg over die ene patiënt voor wie een controleafspraak over vier weken misschien net iets te ver weg is. Of de zorg om de afhandeling van de manuscripten die ook in deze tijd in een gestaag tempo binnenkomen. En dan de zorg over alles wat je tijdens de vakantie kunt oplopen aan narigheid. Zelfs wanneer je de mogelijke bedreigingen van de diverse vormen van vervoer buiten beschouwing laat, is er nog genoeg om je druk over te maken. Zo komt op mijn initiële bestemming nog steeds de ‘Rocky Mountain spotted fever’ voor, een aandoening waarover dit tijdschrift enkele jaren geleden nog rapporteerde (2005;149:769-72). Een ernstige rickettsiose die vroege behandeling vereist. Iets minder esoterisch misschien, maar ook niet leuk om te hebben, is de ziekte van Lyme. De symptomatologie van deze aandoening kan nogal variëren en is voor een deel mede afhankelijk van waar op aarde je vertoeft, zoals ook bleek uit een recente klinische les in dit tijdschrift (2010;154:A2012).

Als ik dit alles weet te voorkomen, dreigt er voor mij een nieuw gevaar, en wel op één van de warmste plekken op deze planeet. Wanneer je in dit gebied ook nog wat actiefs wilt doen, is een inspanningsgebonden hitteberoerte zo opgelopen (2007;151:1549-52). Als je zoiets als jongeling al eens hebt meegemaakt, wil je echt niet dat dit je nog eens overkomt. Maar iets minder kan ook: dehydratie met forse hyper- of hyponatriëmie is immers evenmin denkbeeldig. Dat komt tenslotte ook voor bij degenen die de Vierdaagse lopen, zoals dit tijdschrift twee jaar geleden meldde (2008;152:1571-8). Afkoeling en/of water zijn aanlokkelijke therapeutische opties maar niet geheel van gevaar ontbloot. Een duik in het oceaanwater kan immers leiden tot een lang aanhoudende duikreflex of een hydrostatische drukstijging die de zwemcapaciteit tijdelijk te boven gaat. Allemaal niet behorend tot het grootste vakantiegenot, kan ik melden. Dan misschien toch maar wat minder ver weg? Helaas, voor de tobberige geest biedt ook dit te weinig soelaas. Binnen een straal van 1000 km van de vaste domicilie kan men ook geconfronteerd worden met allerlei infectieuze agentia en stoffen in het voedsel die tot hinderlijke gastro-intestinale verschijnselen leiden (zie in dit tijdschrift bijvoorbeeld 2007;151:764-8).

Twee artsen samen op vakantie; het kan gewoon niet goed gaan. Dat ondervonden ook de twee arts-assistenten die in dit nummer van het Tijdschrift een Diagnose in beeld presenteren (bl. 1518). Gelukkig genas hun aandoening restloos. Dus toch maar even de zorgen van me afzetten.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties