Risicofactoren worden gebruikt om bij mensen zonder hart- en vaatziekte te schatten hoe groot de kans is dat zij deze ziekte in de toekomst krijgen. De huidige risicoschatting is gebaseerd op een meting van de factoren leeftijd, geslacht en bloeddruk en op meting van bepaalde cholesterolfracties. Is het zinvol om de meting van eiwitverlies in de urine hieraan toe te voegen?
De betrokkenen kunnen op basis van informatie over hun risicofactoren beslissen of ze – na vervolgonderzoek en advisering – een preventieve behandeling willen ondergaan. Als het risico om in de komende 10 jaar aan een hart- en vaatziekte te sterven groter is dan 10% wordt medicamenteuze behandeling geadviseerd. Hiermee kan dit risico ongeveer worden gehalveerd. Bij een risico van 10% moeten 20 mensen langdurig worden behandeld om 1 geval van cardiovasculaire sterfte te voorkomen. Medicamenteuze preventie betekent daardoor onvermijdelijk overbehandeling van – tot dan toe – gezonde personen.
De…
Reacties