Natuurlijk is bovenstaande titel juist. Laten we een parallel trekken tussen beroepsuitoefening in de geneeskunde en de burgerluchtvaart. Deze is logisch omdat fouten op beide terreinen gemakkelijk kunnen leiden tot ernstig letsel en overlijden. Als u bij het boeken van een vliegreis de keuze heeft tussen een vertrouwde luchtvaartmaatschappij, waarvan piloten periodiek een test mét consequenties voor hun beroepsuitoefening moeten afleggen, of de wat minder bekende maatschappij Disaster Airlines, waarvan onbekend is of de piloten getest worden op kennis en kunde, is de keuze dan moeilijk?
Als deze vraag voor ons als passagiers zo gemakkelijk te beantwoorden is, hoe kan het dan dat sommige collega’s nog aarzelen over de noodzaak van toetsing van medici met consequenties? Onze patiënten zullen over de noodzaak geen enkele aarzeling voelen. Terecht zien zij geen verschil tussen de 2 soorten professionals die allebei over leven en dood gaan en allebei up-to-date moeten zijn qua kennis…
Arts, mits geslaagd voor de periodieke toets
Is dit niet de drogredenering van de verkeerde analogie? Zeker, door inspanningen is de luchtvaart de afgelopen decennia veel veiliger geworden en ontwikkelde methoden voor veiligheidsverbetering kunnen zeker hun vruchten afwerpen voor de geneeskunde. Maar die veiligheid in de luchtvaart heeft te maken met verschillende aspecten: vliegtuigbouw, automatisering van taken en controles, opleiding en training, verkeersleiding etc. Complexe sociotechnische systemen zijn anders dan complexe biomedische. Het transplanteren van oplossingen van het ene domein naar het andere is niet juist. In de geneeskunde gaat het in ieder geval om zowel kennis als vaardigheden, maar ook om andere organisatorische en maatschappelijke zaken. We leven in een tijdperk waar overdiagnostiek en overbehandeling een realiteit zijn geworden door onvoldoende reflectie van zowel zorgverleners als zorgvragers naast tekortschietende zorg door ontbrekende of verkeerde diagnostiek of het nalaten van behandeling. En wat is de evidence ten gunste van verplichte nascholing en toetsing? Mijn praktische ervaring met nascholing stemt me niet tot vreugde; wie toetst die kwaliteit? Nee, te midden van de plethora van informatie die op me afkomt zoek ik graag zelf mijn bijscholing in de vorm van goede systematische reviews of nieuwe handboeken.
R.W.M. Giard, klinisch patholoog en klinisch epidemioloog Maasstad Ziekenhuis Rotterdam