artikel
‘Dokter, er is vanmiddag een arts bij mijn moeder geweest. Ze heeft misschien haar heup gebroken. Met de dokter hebben wij besloten haar niet in te sturen, want een operatie overleeft ze niet. In de familie-app vroegen we ons af wat het zou zijn, dus ik bel u of we toch geen foto kunnen maken…’
Het is zaterdagavond, ik heb een achterwachtdienst. Mijn collega’s die aan het werk zijn hebben net gevraagd of ik bij wil springen. Ze zijn uitgeput door de grote drukte en een tekort aan triagisten. Dit was de eerste vraag die ik kreeg. Er volgden nog meer. Vragen die medisch gezien minder urgent zijn, maar toch gesteld worden.
‘Nee zeggen vinden wij dokters moeilijk’
Het deed me denken aan de lange rij voor het huis van dokter Deter, prachtig beschreven door de onvolprezen Toon Tellegen. Dokter Deter maakte alle mensen beter. Ze kwamen van heinde en ver tot hij niet meer kon, iedereen beter maken was te veel. Als dokter Deter op een dag zijn praktijk verlaat, komt hij toch nog één patiënt tegen. Het is een reus die hem dreigt te verpulveren als hij hem niet beter maakt. Dokter Deter vertelt dat hij alleen nog patiënten beter maakt die heel ziek zijn, en huppelt dan vrolijk verder. Het verhaal vertelt niet hoe de dokter te weten komt of iemand echt heel ziek is. Hij zal in ieder geval ‘nee’ moeten leren zeggen tegen de mensen die niet heel erg ziek zijn.
‘Nee zeggen’ vinden wij dokters moeilijk. Om toegang tot de spoedeisende huisartsenzorg te houden, moeten de huisartsen wel overeind blijven. Het forse tekort aan triagisten, de uitdijende zorgvragen en de contractuele verplichting van de praktijkhoudende huisartsen voor de 24-uurszorg, maakt de situatie onhoudbaar en onveilig voor zowel patiënt als dokter. We moeten zelf een antwoord krijgen op hoe we de medische vragen terugdringen. Het zelfoplossend vermogen van de burgers moet gevoed worden met sites als thuisarts.nl en de app ‘Moet ik naar de dokter?’. Ook moeten wij ons eigen handelen relativeren. Als dokters blijven uitdragen dat je overal ‘vroeg’ bij moet zijn, dan voed je medische onrust bij patiënten met milde klachten. ‘Nee’ is ook een antwoord, de capaciteit van ons is ook eindig.
Ik heb de zoon van de patiënt wederom kunnen overtuigen dat het een bijzonder slecht idee is om in de wachtrij van de SEH met zijn dementerende moeder aan te sluiten, als er geen consequenties worden verbonden aan de bevinding. Maar wel weer 15 minuten verder…
Reacties