artikel
‘Zou u verbaasd zijn als deze patiënt binnen een jaar overlijdt?’ Of binnen een maand? Deze ‘surprise question’ voorspelt sterfte, zo was al bekend, maar onderzoekers van het Erasmus MC bepaalden er nu de voorspellende waarde van voor patiënten die met kanker in het ziekenhuis liggen. Die waarde was goed, maar niet goed genoeg als marker van het begin van de palliatieve fase: van de patiënten die binnen een maand overleden, overleed 62% ‘onverwacht’. Van de patiënten die binnen 3 maanden overleden, was dat de helft.
Om sterfte nauwkeurig te kunnen voorspellen, moet je weten welke factoren de kans op overlijden bepalen en welke dat zijn hangt af van de populatie waarin je de voorspelling wilt doen. Is de populatie een doorsnee van de patiënten met kanker, zoals in de studie van het Erasmus MC, dan zijn onder andere het type kanker en het succes van behandeling relevant. Maar zijn zulke voorspellers dan een verrassing? Als een patiënt is uitbehandeld, voorspél je dan dat hij of zij op kortere termijn komt te overlijden of wéét je dat dan?
‘Voorspél je of wéét je dat uitbehandelde patiënten snel overlijden?’
Ik moet bij deze vraag altijd denken aan een studie van een paar jaar geleden waarin onderzoekers claimden dat ze met een aantal simpele vragen goed konden voorspellen wie er grotere kans had om binnen 5 jaar te overlijden. De studie was uitgevoerd met gegevens van de UK Biobank, een populatiestudie onder 500.000 personen die bij aanvang van de studie tussen de 37 en 73 jaar oud waren. De eerste grote voorspeller van sterfte heb je met de onderzoeksopzet al binnen: leeftijd. De zeventigers hebben vanzelfsprekend een grotere kans om binnen 5 jaar te overlijden dan de veertigers. Een andere sterke voorspeller bleek het hebben van kanker, gevolgd door chronische ziekten, een zelfgerapporteerde slechtere gezondheid en het ontvangen van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Allemaal ‘proxies’ voor een kwakkelende gezondheid.
Dat juist kanker zo’n sterke voorspeller was, was ook in dat onderzoek geen verrassing: 53% van de overleden mannen en 69% van de overleden vrouwen stierven aan kanker. Natuurlijk sterft niet iedereen met kanker aan de ziekte, maar zonder de diagnose kun je er niet aan overlijden. In deze overwegend gezonde populatie voorspelde de simpele vragenlijst niet de kans op overlijden; ze vróég ernaar.
Een voorspelling is informatief als ze een antwoord geeft dat je op geen andere manier had kunnen weten. Was het antwoord op de surprise question echt zo’n verrassing?
Verrassing?
Geachte mevrouw Janssens,
Zou het kunnen zijn dat de verrassingsvraag vooral voorwerp van counterfactual reasoning is, waarbij de counterfactual 'resilience' of counterfactual 'stressor' de oorzakelijkheid van een factor uit de voorgeschiedenis blootlegt? Lijkt predictie dan niet langs de weg van de (chronische) causaliteit te komen?